Was heißt »Ti­ger« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Ti­ger« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • tijger (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Der Tiger lag in der Mitte des Käfigs.

De tijger lag in het midden van de kooi.

John fing einen Tiger und schoß zwei Löwen.

Jan ving een tijger en schoot twee leeuwen.

Schnurren Tiger?

Spinnen tijgers?

Das ist kein Tiger.

Dit is geen tijger.

Ein Tiger ist aus dem Zoo ausgebrochen.

Er is een tijger ontsnapt uit de dierentuin.

Wer ist stärker, Tiger oder Löwe?

Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?

Tom kennt nicht den Unterschied zwischen einem Tiger und einem Löwen.

Tom kent het verschil niet tussen een tijger en een leeuw.

Was fressen Tiger?

Wat eten tijgers?

Ihm gefallen Tiger.

Hij houdt van tijgers.

Sie ist wie ein Tiger.

Ze is als een tijger.

Weibliche Wortform

Ti­ge­rin:
tijgerin

Übergeordnete Begriffe

Kat­ze:
geldgordel
kat
poes
wijfjeskat
Raub­tier:
roofdier
Tier:
beest
dier

Untergeordnete Begriffe

heu­te:
vandaag
Lö­we:
leeuw
Leo
sel­ten:
schaars
zeldzaam

Tiger übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Tiger. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 341225, 341226, 569553, 645797, 682942, 830566, 1234850, 3004971, 3208444 & 8084928. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR