Was heißt »Teller« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Teller« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Sie stellte die dreckigen Teller in die Spüle.: Zij zette de vuile borden in de gootsteen.
Sind die Hühner platt wie Teller, war der Traktor wieder schneller.: Zijn de kippen plat als borden, was de tractor weer eens sneller.
Wenn du in drei Minuten deinen Teller nicht aufgegessen hast, bekommst du keinen Nachtisch.: Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Wir verkaufen Teller aus Metall, aus Papier und aus Holz.: Wij verkopen metalen, papieren en houten borden.
Ich hätte fast die Teller fallen lassen.: Ik liet de borden bijna vallen.; Ik heb bijna de borden laten vallen.
Unseren Gästen stehen Küchengerät, Besteck, Teller, Tassen und Gläser zur Verfügung.: Onze gasten beschikken over kookgerei, bestek, borden, tassen en glazen.
Ihr gefällt das Muster auf dem Teller.: Ze houdt van de tekening op het bord.
Jemand hat diesen Teller zerbrochen.: Iemand heeft dit bord gebroken.
Der Teller ist schmutzig.: Het bord is smerig.
Maria spielte mittels ihrer Gabel mit dem Essen auf ihrem Teller.: Maria gebruikte haar vork om met het eten op haar bord te spelen.

Wat staat er op het rode bord?
Tom schreef zijn naam op het bord.
Ik heb het bord niet gezien.
Een bord wees op het gevaar.
Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert.
Als er iemand in de klas jarig is, tekent de juf altijd een vlag op het bord.
Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...