Was heißt »Prinzessin« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Prinzessin« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- prinses (weiblich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Es war einmal eine schöne Prinzessin.
Er was eens een mooie prinses ...
Du bist meine Prinzessin.
Jij bent mijn prinses.
Wer wird die Rolle der Prinzessin spielen?
Wie zal de rol van prinses spelen?
Die Prinzessin döste.
De prinses dommelde in.
Er rettete die Prinzessin.
Hij heeft de prinses gered.
Hij redde de prinses.
Er musste die Prinzessin retten.
Hij moest de prinses redden.
Wo war die Prinzessin?
Waar was de prinses?
Der erste Preis ist ein Kuss von der Prinzessin.
De eerste prijs is een kus van de prinses.
Die Prinzessin verliebte sich augenblicklich in den Prinzen.
De prinses werd onmiddellijk op de prins verliefd.
De prinses werd meteen verliefd op de prins.
De prinses werd op slag verliefd op de prins.
Niemand erkannte ihn, doch der Vogel begann zu pfeifen, das Pferd begann zu fressen und die Prinzessin hörte auf zu weinen.
Niemand herkende hem, maar de vogel begon te fluiten, het paard begon te eten, en de prinses hield op met wenen.
Die Prinzessin trägt ein goldenes Diadem.
De prinses draagt een gouden diadeem.
Bist du wirklich eine Prinzessin?
Ben je echt een prinses?
Ich glaube, dass ich in einem früheren Leben einmal eine Prinzessin war.
Ik denk dat ik in een vorig leven een princes was.
Es war einmal ein großer und mächtiger König, der heiratete eine holde Prinzessin.
Er was eens een grote en machtige koning die met een mooie prinses trouwde.
Tom behandelt mich wie eine Prinzessin.
Tom behandelt me als een prinses.
Tom behandelt Maria wie eine Prinzessin.
Tom behandelt Maria als een prinses.
Die Prinzessin wartet.
De prinses wacht.
Die Prinzessin zog die Handschuhe aus.
De prinses deed haar handschoenen uit.
Maria mag Prinzessinnen.
Maria houdt van prinsessen.
Alle behandelten sie wie eine Prinzessin.
Iedereen behandelde haar als een prinses.
Das Pferd der Prinzessin hieß Falada und konnte sprechen.
Het paard van de prinses heette Falada en kon spreken.
Tom behandelte mich wie eine Prinzessin.
Tom behandelde me als een prinses.
Träum schön, Prinzessin!
Mooie dromen, mijn prinses!
Er und die Prinzessin liebten einander innig, und nach einem Jahr bekamen sie einen Sohn.
Hij en de prinses hielden ontzettend veel van elkaar, en na een jaar kwam er een zoon bij.
Der Ritter Tristan liebte die Prinzessin Isolde.
De ridder Tristan hield van de prinses Isolde
Guten Morgen, Prinzessin!
Goedemorgen prinses.
Männliche Wortform
- Prinz:
- prins
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".