Was heißt »Be­reich« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Rauchen ist in diesem Bereich verboten.

Roken is verboden in deze zone.

Es ist verboten in diesem Bereich zu schwimmen.

Het is verboden te zwemmen in deze zone.

Synonyme

Be­zirk:

district

rayon

wijk

Do­mä­ne:

domein

Fach­be­reich:

afdeling

Ge­biet:

gebied

Ge­län­de:

terrein

Haus­num­mer:

huisnummer

Ho­ri­zont:

horizon

horizont

Ka­te­go­rie:

categorie

geleding

Kom­pe­tenz:

competentie

Kreis:

cirkel

kring

wijk

La­ge:

ligging

plaats

Land:

land

Ort:

oord

Platz:

plaats

plein

Rub­rik:

rubriek

Seg­ment:

segment

Ver­ant­wort­lich­keit:

verantwoordelijkheid

Zo­ne:

zone

Niederländische Beispielsätze

• De ring was nergens te vinden.

• Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.

• De ring kon nergens gevonden worden.

• Haar ring viel in een rivier en zonk naar de bodem.

• De diamant in deze ring is geslepen.

• Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

• Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de olympische vlag?

• Mary draagt een zilveren ring.

• Deze ring heeft Ilona van haar oma gekregen.

• Tom draagt een ring.

• Ik was degene die Maria's diamanten ring had gestolen.

• Ik heb een ring.

• Hij nam de ring van zijn vinger.

• Deze ring is een aandenken aan mijn grootmoeder.

• Maria heeft een ring.

Untergeordnete Begriffe

Fach­be­reich:

afdeling

IT-Be­reich:

IT-sector