Was heißt »zu­frie­den« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »zu­frie­den« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • tevreden

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Was diese Sache angeht, bin ich voll zufrieden.

Wat die zaak betreft, ben ik helemaal tevreden.

Ich bin ganz zufrieden mit dir.

Ik ben heel tevreden over je.

Ein zufriedener Mensch ist glücklicher als der reichste Mensch.

Een tevreden mens is gelukkiger dan de rijkste mens.

Ich bin mit dem Ergebnis absolut nicht zufrieden.

Ik ben helemaal niet tevreden met het resultaat.

Georg ist arm aber immer zufrieden.

George is arm maar altijd tevreden.

Bist du mit deinem gegenwärtigen Gehalt zufrieden?

Ben je tevreden met je huidige salaris?

Wir sind zufrieden.

We zijn tevreden.

Sie waren mit dem Ergebnis zufrieden.

Ze waren tevreden met het resultaat.

Er war ganz und gar nicht zufrieden.

Hij was totaal niet tevreden.

Glücklich ist der, der zufrieden ist.

Gelukkig is hij die tevreden is.

Ich bin mit dem Ergebnis zufrieden.

Ik ben gelukkig met de uitkomst.

Bist du mit dem Ergebnis zufrieden?

Ben je tevreden met het resultaat?

Niemand war zufrieden.

Niemand was tevreden.

Sie wollten sterben, weil sie ihre Eltern nicht zufrieden machen konnten.

Ze wilden sterven omdat ze er niet in geslaagd waren om hun ouders tevreden te stellen.

Ich bin zufrieden.

Ik ben tevreden.

Bist du zufrieden?

Ben je tevreden?

Du bist nie zufrieden!

Je bent nooit blij!

Ich bin schon zufrieden, wenn er nur ein kleines bisschen weiser geworden ist.

Ik ben al tevreden als hij maar een klein beetje wijzer is geworden.

Er ist sehr zufrieden mit dem neuen Fahrrad.

Hij is heel tevreden met zijn nieuwe fiets.

Ich bin mit dem Ergebnis meines Mathetests zufrieden.

Ik ben tevreden met het resultaat van mijn wiskundetoets.

Er war mit seinem neuen Wagen zufrieden.

Hij was tevreden met zijn nieuwe auto.

Er lächelte zufrieden.

Hij glimlachte tevreden.

Er ist nie zufrieden.

Hij is nooit tevreden.

Der Admiral ist nie zufrieden.

De admiraal is nooit tevreden.

Sie sind zufrieden mit dem Vertrag.

Ze zijn tevreden met het contract.

Bist du mit deiner neuen Arbeit zufrieden?

Ben je tevreden met je nieuwe werk?

Ich bin mit meinem Kauf sehr zufrieden.

Ik ben tevreden met mijn aankoop.

Tom ist mit seinem augenblicklichen Verdienst nicht zufrieden.

Tom is niet tevreden met zijn huidige salaris.

Sind Sie mit dem Hotel zufrieden?

Bent u tevreden over het hotel?

Seid zufrieden!

Wees tevreden!

Bist du jetzt zufrieden?

Ben je nu tevreden?

Bist du mit deinem neuen Auto zufrieden?

Ben je blij met je nieuwe auto?

Er ist nicht leicht zufrieden.

Hij is niet gauw tevreden.

Synonyme

froh:
blij
glück­lich:
fortuinlijk
gelukkig
voorspoedig
hap­py:
happy
satt:
verzadigd
vol

Niederländische Beispielsätze

  • Ze zei: "Ik ben heel tevreden."

  • Ik was echt tevreden.

  • Ik ben zeer tevreden.

Zufrieden übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: zufrieden. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: zufrieden. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 342040, 509925, 550463, 588475, 626416, 675873, 701778, 709656, 722074, 737352, 769156, 785896, 846006, 860280, 924669, 930638, 999325, 1056482, 1099271, 1292430, 1700216, 1800001, 1918772, 1918774, 1989274, 3614351, 4146944, 4266357, 4299561, 4944518, 6314556, 6645747, 7713383, 425103, 8228085 & 8759545. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR