Was heißt »schlecht­hin« auf Niederländisch?

Synonyme

an sich:

op zich

durch­aus:

volstrekt

eben:

egaal

vlak

ein­fach:

eenvoudig

frei­lich:

weliswaar

gänz­lich:

geheel

ge­ra­de:

recht

prak­tisch:

handig

praktisch

völ­lig:

compleet

faliekant

finaal

geheel

helemaal

totaal

volkomen

volledig

volslagen

Niederländische Beispielsätze

• Ik wou gewoon mijn excuses aanbieden.

• Hij is gewoon een betweter.

• Als je van rozen houdt, word dan aan de doornen gewoon.

• Dat is gewoon onmogelijk.

• Kijk gewoon! Dit is veel goedkoper dan dat andere.

• Ik denk dat Tom gewoon een beetje bang is.

• Ik wil gewoon winnen.

• Mocht het onverhoopt gaan regenen, dan gaan we gewoon binnen vieren.

• Daar hadden we gewoon niet op gerekend.

• ''Waarom heb je nog geen smartphone?'' – ''Waarom zou ik er een moeten hebben?'' – ''Hm, gewoon. Iedereen heeft er al een.''

• Doe gewoon alsof.

• Het is gewoon een grap.

• Hedendaagse muziek is voor mij vaak gewoon lawaai.

• Ik wilde gewoon met haar praten.

• Je bent gewoon een scholier.

• Je bent gewoon vergeten dat ik geen Engels ken.

• Laten we maar gewoon voor het beste hopen.

• Controleer het gewoon.

• Maria heeft die belediging gewoon weggelachen. Je zou haar moeten nadoen!

• Wat jij zegt is gewoon belachelijk.