Was heißt »da­heim« auf Niederländisch?

Das Adverb »da­heim« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • thuis

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Aber daheim nennen wir ihn Tony.

Maar thuis noemen we hem Tony.

Sonntags sind wir nicht immer daheim.

's Zondags zijn we niet altijd thuis.

We zijn 's zondags niet altijd thuis.

Ist deine Mutter daheim?

Is je moeder thuis?

Meine Mutter ist jeden Tag daheim.

Mijn moeder is alle dagen thuis.

Manchmal träume ich von daheim.

Soms droom ik over thuis.

Ich war daheim.

Ik was thuis.

Er ist nicht daheim.

Hij is niet thuis.

Endlich daheim!

Eindelijk thuis!

Im Moment ist Maria daheim an der Seite ihrer Verwandten.

Op dit moment is Maria thuis met haar familie.

Bist du kommende Nacht daheim?

Ben je de komende nacht thuis?

Hast du eine Liebste daheim?

Heb je een vriendinnetje thuis?

Ich bin es leid, den ganzen Tag daheim zu sein.

Ik ben het beu om de hele dag thuis te zijn.

Niederländische Beispielsätze

  • Ik zal thuis Engels leren.

  • 's Maandags blijft Tom liever thuis.

  • Waarom ben je niet thuis?

  • Ik ben niet thuis.

  • Hoelang is het sinds je thuis was?

  • Hij is net thuis gekomen.

  • Ons hele leven thuis was afgestemd op de vader die zijn dag, en dus ook die van ons, nauwgezet plande en geen enkele afwijking daarvan duldde.

  • Hij blijft liever thuis.

  • Allen hebben een huis waar ze terecht kunnen, een thuis waar ze toevlucht vinden. De woestijn is mijn huis, de magere heide is mijn thuis. De noordenwind alleen is mijn vuur, de regen alleen is mijn bad.

  • Ik verheug me zo om thuis te zijn!

  • Hoe laat komt zij thuis?

  • Tom nodigde al zijn vrienden uit voor een kerstdiner bij hem thuis.

  • Tom was de hele dag lang thuis.

  • Tom was de hele dag thuis.

  • Ik bleef een week lang thuis.

  • Ze wacht thuis op jullie.

  • Ze wacht thuis op je.

  • Ze nodigde me uit bij haar thuis.

  • Niet thuis.

  • Hij was thuis.

Daheim übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: daheim. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 398657, 742402, 926062, 1048986, 1248071, 1308978, 1308982, 5339052, 6741081, 6768175, 7793752, 11020424, 11542939, 11526818, 11135331, 11044446, 10634760, 10560007, 10371192, 10204903, 10041560, 9742696, 9703449, 9526877, 9175689, 9175687, 9152243, 9072113, 9072111, 8974522, 8780661 & 8757642. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR