Was heißt »be­reits« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Sie sind bereits hier.

Ze zijn er al.

Ze zijn hier al.

Ich habe bereits mit diesem Schüler gesprochen.

Ik heb al met deze student gesproken.

Österreich ist bereits 1978 aus der Atomenergie ausgestiegen.

Oostenrijk is al in 1978 van kernenergie afgestapt.

Er hat bereits ja gesagt.

Hij heeft al ja gezegd.

Es nieselt bereits den ganzen Tag.

Het motregent al de hele dag.

Sie war bereits eine Woche lang krank, als man den Arzt rief.

Ze was al een week ziek toen de dokter werd gebeld.

Es ist bereits zu spät.

Het is al te laat.

Ich habe es meinen Eltern bereits gesagt.

Ik heb het al tegen mijn ouders gezegd.

Ich spreche bereits Französisch.

Ik spreek al Frans.

Dies geschieht bereits seit Jahrtausenden.

Dit gebeurt reeds sinds millenia.

Es ist bereits im Gange.

Het is al aan de gang.

Tom hat den Tisch bereits gedeckt.

Tom heeft de tafel al gedekt.

Der Europäische Fonds für regionale Entwicklung hat bereits viele Hotelfachschulen finanziert.

Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling heeft al veel hotelvakscholen gefinancierd.

Wenn du diesen Brief bekommst, werde ich bereits weit weg von hier sein.

Als je deze brief ontvangt, zal ik al ver van hier weg zijn.

Ich nehme an, du hast das bereits Korrektur gelesen.

Ik neem aan dat je dat al hebt proefgelezen.

Ich nehme an, Sie haben das bereits Korrektur gelesen.

Ik neem aan dat u dat al hebt proefgelezen.

Wenn Sie in Narita landen, wird es bereits dunkel sein.

Tegen de tijd dat u in Narita landt, zal het al donker zijn.

Als Tom sich endlich dazu entschied, sich zu seiner Homosexualität zu bekennen, wusste bereits jeder, dass er schwul war.

Wanneer Tom eindelijk besloot om uit de kast te komen, wist iedereen al dat hij homo was.

Einer meiner Weisheitszähne ist bereits durchgebrochen.

Er verschijnt al een van mijn verstandskiezen.

Een van mijn wijsheidstanden komt al op.

Tom hat bereits angefangen.

Tom is al begonnen.

Sind meine Socken bereits trocken?

Zijn mijn sokken al droog?

Ich habe bereits zu Abend gegessen.

Ik heb al gedineerd.

Die Sonne geht bereits auf.

De zon komt al op.

Ich habe bereits einen Plan.

Ik heb al een plan.

Tom weiß es bereits.

Tom weet het al.

Man kann nur das bereits Vorhandene finden.

Men kan alleen vinden wat al bestaat.

Ich habe diese Frage bereits beantwortet.

Ik heb deze vraag al beantwoord.

Ich wusste bereits die Wahrheit.

Ik wist de waarheid al.

Ik kende de waarheid al.

Ich habe bereits zu viel gesagt.

Ik heb al te veel gezegd.

Als wir Tom im Krankenhaus besuchten, sahen wir, dass er bereits in den letzten Zügen lag.

Toen we Tom in het ziekenhuis bezochten, zagen we dat hij al op sterven lag.

Tom und Maria kennen sich bereits.

Tom en Maria kennen elkaar al.

Tom stand bereits als Achtjähriger auf der Bühne.

Tom stond als achtjarige al op het podium.

Ich habe bereits bezahlt.

Ik heb al betaald.

Tom ist bereits zu Hause.

Tom is al thuis.

Als er nach Hause zurückkam, schliefen die Kinder bereits.

Als hij terug thuiskwam, sliepen de kinderen al.

Tom weiß bereits, wer das machen muss.

Tom weet al wie dat moet doen.

Tom weiß bereits, dass Maria gestorben ist.

Tom weet al dat Mary gestorven is.

Ich habe bereits Schmetterlinge im Bauch.

Ik heb al vlinders in mijn buik.

Als Sie angerufen haben, hatte ich Ihnen den Brief bereits geschickt.

Ik had u de brief al gestuurd, toen u belde.

Synonyme

schon:

al

Niederländische Beispielsätze