Was heißt »aus« auf Niederländisch?
Die Präposition »aus« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- uit
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wir lernen aus der Erfahrung, dass die Menschen nie etwas aus der Erfahrung lernen.
We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.
Ich wünschte, ich könnte mir mehr aus Noten machen, aber scheinbar habe ich an einem gewissen Punkt in meinem Leben entschieden, dass es nicht mehr so wichtig sei.
Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.
Du siehst dumm aus.
Ge ziet er dom uit.
Je ziet er dom uit.
Der Zug aus Genf wird in den Bahnhof einfahren.
De trein vanuit Genève zal het station binnenkomen.
De trein vanuit Genève zal het station binnenrijden.
Ich ziehe mich aus.
Ik kleed me uit.
Wir konnten den Sonnenuntergang vom Fenster aus sehen.
We konden de zonsondergang door het raam zien.
Wie spricht man "pronounce" aus ?
Hoe spreek je "pronounce" uit?
Hoe spreekt men "pronounce" uit?
Er ist aus dem Fenster gesprungen.
Hij sprong het raam uit.
Lucy kommt aus Amerika.
Lucy komt uit Amerika.
Seine Frau kommt aus Kalifornien.
Zijn vrouw komt uit Californië.
Sie wählte einen Hut aus, der zum neuen Kleid passte.
Ze zocht een hoed uit die bij de nieuwe jurk paste.
Schalte das Licht aus. Ich kann nicht einschlafen.
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
John holte einen Schlüssel aus seiner Tasche.
John haalde een sleutel uit zijn zak.
Ich komme aus Singapur.
Ik kom uit Singapore.
Diese Kleidung besteht aus 100 % Wolle.
Deze kleren zijn van 100 procent wol gemaakt.
Ich halte die Kälte nicht länger aus.
Ik kan niet langer tegen die kou.
Ik hou die kou niet langer uit.
Man kann den ganzen Park vom Restaurant aus sehen.
Je kan vanaf het restaurant het hele park zien.
Die Schuhe sind aus Leder.
De schoenen zijn van leer.
Dieser Badeanzug ist aus elastischem Material.
Dat badpak is uit elastisch materiaal gemaakt.
Bierflaschen sind aus Glas.
Bierflesjes zijn van glas.
Ihre Mutter hat aus ihr das gemacht, was sie ist.
Haar moeder heeft haar gemaakt tot wat ze is.
Sie brach in Tränen aus.
Ze barstte in tranen uit.
Wir sind beide aus Tampa.
We zijn allebei uit Tampa.
Die Kerze ging von selber aus.
Het kaarsje is vanzelf uitgegaan.
Ich komme aus Japan.
Ik kom uit Japan.
Meine Tante sieht jung aus.
Mijn tante ziet er jong uit.
Die Pflanzen nehmen Wasser aus dem Boden auf.
De planten nemen water op uit de grond.
Das Bild sieht besser von weitem aus.
Vanop afstand lijkt de afbeelding beter.
Er hat mich aus Tokio angerufen.
Hij belde me vanuit Tokyo.
Sie sah aus, als wäre sie lange krank gewesen.
Ze zag eruit alsof ze lange tijd ziek geweest was.
Fünf Tage, nachdem sie ihren Abschluss gemacht hatte, flog meine Tochter vom Flughafen Ōsaka aus nach Deutschland.
Vijf dagen na haar afstuderen, vloog mijn dochter vanaf de luchthaven Osaka naar Duitsland.
Schokolade wird aus Kakaobohnen gemacht.
Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen.
Ich gehe heute Abend mit Lisa aus.
Vanavond ga ik uit met Lisa.
Ich komme aus Saitama.
Ik kom uit Saitama.
Ich komme aus Australien.
Ik kom uit Australië.
Wann bist du aus Deutschland zurückgekommen?
Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd?
Herr Wang kommt aus China.
Meneer Wang komt uit China.
Jane kommt aus Australien.
Jane komt uit Australië.
Er kommt aus England.
Hij komt uit Engeland.
Er ist gerade aus dem Ausland zurückgekommen.
Hij is net vanuit het buitenland terug.
Er sieht blass aus.
Hij ziet er bleek uit.
Du siehst gut aus mit kurzen Haaren.
Je ziet er goed uit met je korte haar.
Dieses Spielzeug ist aus Holz.
Dat speelgoed is van hout gemaakt.
Es sieht aus wie Schnee, oder?
Het lijkt op sneeuw, is het niet?
Ich kenne nicht jeden aus dieser Schule.
Ik ken niet iedereen op deze school.
Der Fluss trocknet aus.
De rivier droogt op.
Er führte den Plan aus.
Hij voerde het plan uit.
Er kam zurück aus Amerika.
Hij kwam terug uit Amerika.
Die Bevölkerung stirbt aus.
De bevolking is aan het afsterven.
Plötzlich gingen alle Lichter aus.
Plots gingen alle lichten uit.
Nachts geht er aus, um ein Gläschen zu trinken.
's Nachts gaat hij uit om een glaasje te drinken.
Wann bist du aus London zurückgekehrt?
Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?
Auf einmal gingen die Lichter aus.
Plots gingen de lichten uit.
Der Zug besteht aus 7 Wagons.
De trein bestaat uit 7 wagons.
Ich halte diesen Schmerz nicht mehr aus.
Ik kan deze pijn niet meer aan.
Ich gehe heute Nachmittag aus.
Ik ga vanmiddag uit.
Verschwinde aus meinem Leben!
Verdwijn uit mijn leven!
Vom Berg Fuji aus hat man eine phantastische Aussicht.
Vanop de berg Fuji heeft men een prachtig uitzicht.
Nehmen Sie die Orangen aus dem Kühlschrank.
Haal de sinaasappels uit de koelkast.
Du siehst blass aus.
Je ziet er bleek uit.
Er hörte ein Geräusch aus der Küche.
Hij hoorde een geluid uit de keuken.
Japan begann, Reis aus den Vereinigten Staaten von Amerika zu importieren.
Japan begon rijst te importeren uit de VS.
Die Vorschüler bastelten Elefanten aus Kloröllchen, Papier und Klebstoff.
De kleuters knutselden olifanten van wc-rolletjes, papier en lijm.
Ein Wassermolekül besteht aus zwei Wasserstoffatomen und einem Sauerstoffatom.
Een watermolecule bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom.
Du siehst heute blass aus.
Ge ziet er bleek uit vandaag.
Du siehst sehr müde aus.
Je ziet er erg moe uit.
Drücke deine Gedanken klar aus.
Druk je gedachten klaar uit.
Weich meiner Frage nicht aus.
Ontwijk mijn vraag niet.
Ihm wich alle Farbe aus dem Gesicht.
Alle kleur trok weg uit zijn gezicht.
Er ist reich und aus gutem Hause.
Hij is rijk en van goede komaf.
Meine Erklärung reichte nicht aus.
Mijn verklaring was niet voldoende.
Das ist wie eine Szene aus einem Film.
Dat lijkt wel een scène uit een speelfilm.
Die Brücke besteht aus Holz.
De brug bestaat uit hout.
De brug is van hout.
De brug is van hout gemaakt.
Er wurde ehrenvoll aus dem Militärdienst entlassen.
Hij werd eervol uit zijn legerdienst ontslagen.
Er sieht krank aus.
Hij lijkt ziek.
Er vollendete die Aufgabe aus eigener Kraft.
Hij vervulde de taak op eigen krachten.
Lass die Katze nicht aus dem Sack.
Laat de kat niet uit de zak komen.
Da die Lichtgeschwindigkeit höher ist als die Schallgeschwindigkeit, sehen einige Leute brillant aus, bevor sie dumm klingen.
Dat sommige mensen er geniaal uitzien voordat ze dom klinken, komt doordat licht zich sneller voortplant dan geluid.
Nancy sieht müde aus.
Nancy ziet er vermoeid uit.
Nancy ziet er moe uit.
Wir haben alle aus dem Fenster geschaut.
We keken allemaal uit het raam.
Unser Lehrer sieht sehr jung aus.
Onze leraar ziet er heel jong uit.
Aus den Augen, aus dem Sinn.
Uit het oog, uit het hart.
Fällt im Stall die Heizung aus, kommt die Milch in Würfeln raus.
Valt in de stal de verwarming uit, dan komt de melk in blokjes eruit.
Du hast mir die Worte aus dem Mund genommen.
Je hebt me de woorden uit de mond gehaald.
Er hat mir den Brief aus der Hand gerissen.
Hij rukte de brief uit mijn hand.
Ich steige an der nächsten Haltestelle aus.
Op de volgende halte stap ik uit.
Wie spricht man deinen Namen aus?
Hoe spreek je jouw naam uit?
Er macht aus einer Mücke einen Elefanten. Dieser Tippfehler ist wirklich nicht so schlimm, wie er behauptet.
Hij maakt van een mug een olifant. Dat typfoutje is echt niet zo erg als hij beweert.
Dieser Tisch ist aus Holz.
Die tafel is van hout.
Der fette Mann sprang über den Graben und rutschte aus.
De dikke man sprong over de ondiepe sloot en struikelde.
Die Braut brach plötzlich in Gelächter aus.
Plotseling barstte de bruid in lachen uit.
Ich steige an der nächsten Station aus.
Ik stap uit in het volgende station.
Ich komme gerade aus Großbritannien.
Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.
Der Verbrecher flüchtete aus dem Gefängnis.
De misdadiger vluchtte uit de gevangenis.
Für jemanden die Kastanien aus dem Feuer holen.
Voor iemand de kastanjes uit het vuur halen.
Dieser Roman wurde aus dem Englischen übersetzt.
Deze roman is vertaald uit het Engels.
Mach bitte deine Zigarette aus.
Maak je sigaret alsjeblieft uit.
Mayuko hält es nicht aus, alleine zu leben.
Mayuko kan het alleen leven niet aan.
Sie kam aus dem Zimmer.
Zij kwam uit de kamer.
Ich komme aus Norwegen.
Ik kom uit Noorwegen.
Synonyme
Antonyme
- ein:
- een
Niederländische Beispielsätze
Het is niet altijd makkelijk om Japanners en Chinezen uit elkaar te houden.
Als je ooit nog zulke halsbrekende toeren uithaalt, Tom, dan blijf je uit het zwembad!
Weet je wat het verschil is tussen wafels uit Brussel en wafels uit Luik?
Ze leunden uit het venster om de parade te bekijken.
Reeds meer dan achthonderd jaar wonen er in Transilvanië Duitse inwijkelingen voornamelijk uit de Moezel- en de Rijnstreek onder het bewind van de Hongaarse koningen, het Habsburgse Rijk en het communisme van Ceaușescu.
Het is een feit: niet alleen mensen spreken op de wereld. Ook sommige vogels, en vooral papegaaien, slagen erin woorden uit te spreken en nu en dan mondeling met een mens contact te leggen.
Ze lachten mij uit.
Ze ziet er leuk uit.
Het is louter uit nieuwsgierigheid dat ik deze biografieën gekocht heb.
Ze ziet er echt goed uit met een Japanse kimono.
Ze leende een zaag van die pachter uit.
Mary bracht het boek terug dat ze geleend had uit de bibliotheek.
Zet het nog niet uit.
Ga er eens een keer uit en vermaak je, in plaats van altijd maar te studeren.
Stel deze dingen niet tot later uit!
Joko heeft enkele gedichten uit het Japans naar het Engels vertaald.
Vanille is een specerij die wordt gewonnen uit de vruchten van een bepaalde orchidee.
Het maakt me allemaal niet meer uit.
Het maakt me niet uit.
Het ziet ernaar uit dat Tom alleen dure kleren draagt.