Was heißt »adoptieren« auf Niederländisch?

Das Verb »adoptieren« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Wenn du keine Kinder kriegen kannst, kannst du immer noch welche adoptieren.: Als je geen kinderen kunt krijgen, kun je ze nog steeds adopteren.
Das Paar entschied sich, ein Waisenkind zu adoptieren.: Het paar besloot een wees te adopteren.
Wir haben ein Kind adoptiert.: Wij hebben een kind geadopteerd.
Er hat das Waisenkind adoptiert.: Hij heeft de wees geadopteerd.
Tom wurde adoptiert.: Tom is geadopteerd.
Weil es sich hier nicht um deine Muttersprache handelt, schlage ich vor, dass du diesen Satz wieder freigibst, damit ihn ein Muttersprachler adoptieren kann. So können wir alle sicher sein, es mit einem guten Satz zu tun zu haben.: Omdat het niet je moedertaal is, stel ik voor dat je deze zin vrijgeeft, zodat een moedertaalspreker hem kan adopteren. Zo zijn we allen zeker dat we met een goede zin te doen hebben.
Ich wusste nicht, dass ich adoptiert war.: Ik wist niet dat ik geadopteerd was.
Warum adoptierst du den Satz nicht und änderst ihn so, dass er natürlich klingt?: Waarom adopteer je de zin niet en verander je hem zodat hij natuurlijk klinkt?
Tom hat einen russischen Satz adoptiert.: Tom adopteerde een Russische zin.
Du bist adoptiert.: Je bent geadopteerd.
Tom und Mary haben ein Kind adoptiert.: Tom en Mary hebben een kind geadopteerd.
Diesen Satz bitte adoptieren!: Adopteer deze zin alsjeblieft!