Was heißt »Ware« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Ware« (veraltet: Waare) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- waar
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Gute Ware lobt sich selbst.
Goede koopwaar looft zichzelf.
Waren Sie schon mal in Frankreich?
Bent u ooit in Frankrijk geweest?
Waren eure Eltern zu Hause?
Waren uw ouders thuis?
Waren Sie schon einmal in Frankreich?
Bent u ooit al in Frankrijk geweest?
Waren Sie schon mal in Mexiko?
Bent u ooit in Mexico geweest?
Die Waren wurden mit dem Schiff transportiert.
De goederen werden met het schip vervoerd.
Je mehr Menschen eine Ware kaufen, desto höher ist ihr Preis.
Hoe meer mensen een product kopen des te hoger is de prijs.
Waren Sie beschäftigt?
Was u bezig?
Waren Sterne am Himmel?
Stonden er sterren aan de hemel?
Waren Sie schon einmal in Skandinavien?
Bent u ooit in Scandinavië geweest?
Wir verkaufen keine schlechte Ware.
We verkopen geen slechte waar.
Waren Sie schon mal in Japan?
Bent u al eens in Japan geweest?
Waren Sie eingeladen?
Was u uitgenodigd?
Waren Sie schon einmal in Rom?
Bent u al eens in Rome geweest?
Waren Sie krank?
Was u ziek?
Waren Sie letzten Monat in Amerika?
Was u vorige maand in Amerika?
Waren Sie die ganze Nacht hier?
Was u de hele nacht hier?
Waren Sie nervös?
Was u nerveus?
Was u zenuwachtig?
Synonyme
- Artikel:
- artikel
- Fabrikat:
- fabricaat
- Post:
- post
Niederländische Beispielsätze
Tom vroeg Mary waar de hond was.
Dit is het dorp waar hij geboren is.
Neen, dat kan niet waar zijn.
Ik vroeg hem waar ik mijn auto kon parkeren.
Het is waar dat hij de eerste prijs gewonnen heeft.
Ik weet niet waar ze zijn.
Ik weet niet waar het is.
Heeft deze boerderij ergens een plekje waar we kunnen vissen?
Ik moet weten van waar deze citaten komen.
Dat verhaal lijkt waar te zijn.
Ik denk dat het waar is.
Niemand wist waar ze was.
Zeg me waar ze woont.
Was haar verhaal waar?
Dit is het dorpje waar ik ben geboren.
Ik dacht dat het waar was.
Londen, waar ik woon, was vroeger beroemd om zijn mist.
Raad eens waar ik geweest ben?
Beide verhalen zijn waar.
Een deel van zijn verhaal is waar.
Untergeordnete Begriffe
- Süßware:
- zoetwaar