Was heißt »Mit­glied« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Der Verein hat dreißig Mitglieder.

De vereniging heeft dertig leden.

Ich bin vor 10 Jahren Mitglied in dem Klub geworden.

Ik werd tien jaar geleden lid van de club.

Die meisten Arbeiter sind Mitglied in einer Gewerkschaft.

De meeste arbeiders zijn lid van een vakbond.

Der Klub hat dreißig Mitglieder.

De club heeft dertig leden.

Litauen ist Mitglied der Europäischen Union.

Litouwen is lid van de Europese Unie.

Die Mitglieder dieser Sekte essen niemals Blutwurst.

De leden van deze sekte eten nooit bloedworst.

Ich bin Mitglied in einem Schwimmverein.

Ik ben lid van een zwemclub.

Ik ben lid van een zwemvereniging.

Es ist leicht in der Bibliothek Mitglied zu werden.

Het is heel gemakkelijk om lid te worden van de bibliotheek.

Das Komitee besteht aus zwölf Mitgliedern.

Het comité bestaat uit twaalf leden.

Alle Mitglieder waren anwesend.

Alle leden waren aanwezig.

Diese Liste enthält auch die früheren Mitglieder der Gruppe.

Deze lijst geeft ook de vroegere leden van de groep.

Ich bin Mitglied des Basketballteams.

Ik ben lid van het basketbalteam.

Unser Yachtclub hat zehn Mitglieder.

Onze jachtclub heeft tien leden.

Wann haben sie die Namen der Mitglieder registriert?

Wanneer registreerden ze de namen van de leden?

Österreich ist Mitglied der Europäischen Union.

Oostenrijk is een lid van de Europese Unie.

Es besteht Anwesenheitspflicht für alle Mitglieder.

De aanwezigheid van alle leden is verplicht.

Die Mitglieder des Gemeinderats halten ihre Gemeinderatssitzungen gewöhnlich im Rathaus ab.

De leden van de gemeenteraad houden hun gemeenteraadszittingen meestal in het gemeentehuis.

Ich möchte, dass die jungen Mitglieder aktiver sind.

Ik wil dat de jonge leden actiever zijn.

Nicht alle Mitglieder waren gestern auf der Versammlung anwesend.

Niet alle leden waren aanwezig op de vergadering gisteren.

Ich bin in meiner Schule Mitglied des Skiclubs.

Ik ben op mijn school lid van de skiclub.

Zusammenarbeit auf dem Gebiet der Verteidigung war eines der Themen, die während eines Gipfeltreffens der Mitglieder der Visegrád-Gruppe besprochen wurden.

Samenwerking op het vlak van defensie bevond zich onder de thema's die werden besproken tijdens een topconferentie van de leden van de Visegrádgroep.

Eine zweite Weltraumreise unternahm Walentina Tereschkowa nicht mehr. Sie wurde zu einem wichtigen Mitglied der Kommunistischen Partei und zu einer Repräsentantin der sowjetischen Regierung.

Een tweede reis in de ruimte ondernam Valentina Tereschkova niet meer. Ze werd een belangrijk lid van de communistische partij en een vertegenwoordigster van de Sovjetregering.

Ich will nicht, dass mein Land Mitglied der Europäischen Union wird.

Ik wil niet dat mijn land lid wordt van de Europese Unie.

Tom ist das neueste Mitglied unseres Teams.

Tom is het nieuwste lid van onze ploeg.

Synonyme

An­ge­hö­ri­ger:

verwant

Teil­neh­mer:

deelnemer

Niederländische Beispielsätze

• Ik zou nooit lid worden van een geheim genootschap.

• Ik ben lid van de zeilclub.

• Elk lid van de club was aanwezig.

• Men heeft hem als lid uitgesloten om dat hij het lidgeld niet op tijd betaald had.

Untergeordnete Begriffe

Auf­sichts­rats­mit­glied:

commissaris

lid van de raad van toezicht

Aus­schuss­mit­glied:

commissielid

Be­sat­zungs­mit­glied:

bemanningslid

Ge­werk­schafts­mit­glied:

vakbondslid

Grup­pen­mit­glied:

groepslid

Ju­ry­mit­glied:

jurylid

Ka­bi­netts­mit­glied:

kabinetslid

Par­la­ments­mit­glied:

parlementslid

Par­tei­mit­glied:

partijlid

Ver­eins­mit­glied:

verenigingslid