Was heißt »Man­tel« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Man­tel« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • jas

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Dieser dunkle Mantel passt nicht zu ihrer dunklen Haut.

Die donkere mantel past niet bij haar donkere huid.

Sie trug einen blauen Mantel.

Ze droeg een blauwe mantel.

Sie trug einen langen, weiten Mantel.

Ze droeg een lange, brede jas.

Mein Mantel hat ein Loch.

Er zit een gat in mijn jas.

Wer ist die Frau mit dem braunen Mantel?

Wie is de vrouw in de bruine jas?

Wie is de vrouw in de bruine mantel?

Bitte hängen Sie den Mantel auf.

Hangt u uw jas toch op.

Du solltest einen Mantel anziehen.

Doe een mantel aan.

Soll ich deinen Mantel bringen?

Zal ik je mantel brengen?

Sie trug einen dicken Mantel gegen die Kälte.

Ze droeg een dikke mantel tegen de kou.

Das ist ein hübscher Mantel.

Dat is een mooie mantel.

Sein Mantel ist abgetragen.

Zijn mantel is versleten.

Zijn overjas is versleten.

Er ist arm und konnte sich keinen Mantel kaufen.

Hij is arm en kon geen mantel kopen.

Sie braucht einen Mantel.

Ze heeft een jas nodig.

Ze heeft een mantel nodig.

Ich brauche einen leichten Mantel.

Ik heb een dunne jas nodig.

Zieh deinen Mantel aus.

Trek je jas uit.

Es ist kalt draußen, ziehe deinen Mantel an!

Het is koud buiten, doe uw jas aan!

Darf ich meinen Mantel ablegen?

Mag ik mijn jas uittrekken?

Er dreht den Mantel nach dem Wind.

Hij draait zijn huik naar de wind.

Das Mädchen in dem blauen Mantel ist meine Tochter.

Het meisje met de blauwe jas is mijn dochter.

Ich suche einen Mantel in meiner Größe.

Ik zoek een jas in mijn maat.

Zieh deinen Mantel an! Es ist kalt draußen.

Doe je jas aan. Het is koud buiten.

Er hüllte sich in seinen Mantel.

Hij hulde zich in zijn overjas.

Johannes zog zuerst seinen Mantel an, und dann nahm er seinen Hut.

Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.

Tom trägt einen neuen Mantel.

Tom draagt een nieuwe jas.

Wo ist mein Mantel?

Waar is mijn mantel?

Dieser Mantel hat für mich die ideale Größe.

Deze jas heeft de ideale maat voor mij.

Nimm deinen Mantel mit, draußen ist es kalt!

Neem je jas mee, want het is koud buiten.

Wollen Sie meinen Mantel finden?

Wilt u mijn overjas zoeken?

Er hatte keinen Mantel an.

Hij had geen jas aan.

Welche Farbe hat dein Mantel?

Welke kleur heeft jouw jas?

Welche Farbe hat Ihr Mantel?

Welke kleur heeft jullie jas?

Niederländische Beispielsätze

  • Tom had nauwelijks zijn jas uitgetrokken toen ze vragen begonnen te stellen.

  • Wie is de vrouw met de bruine jas?

  • Ik heb een jas nodig.

  • De vrouw draagt een jas.

  • Hij heeft een jas nodig.

  • Waar is mijn zwarte jas?

Übergeordnete Begriffe

Be­klei­dung:
bekleding
bekleedsel

Untergeordnete Begriffe

Pelz­man­tel:
pelsmantel

Mantel übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Mantel. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 341562, 342526, 349960, 353259, 357126, 394561, 421605, 448382, 518139, 547280, 643574, 688412, 702759, 827032, 1191020, 1270953, 1312764, 1726970, 1779944, 2363586, 2858727, 2937175, 3050095, 3265379, 5331716, 5812284, 6086807, 6118258, 8172809, 8473290, 8473293, 3037159, 376008, 7460091, 8097078, 8493389 & 10351026. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR