Was heißt »Le­bens­mit­tel« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Brot und Milch sind gute Lebensmittel.

Brood en melk zijn goede voedingsmiddelen.

Tom schleicht fast jede Nacht auf das Gelände des Supermarkts, um aus den dortigen Mülleimern abgelaufene Lebensmittel zu entwenden.

Tom sluipt bijna elke nacht naar de supermarkt om er voedsel dat over datum is uit de vuilnisbakken te stelen.

Er ging in einen Laden, um Lebensmittel zu kaufen.

Hij ging een winkel binnen om voedsel te kopen.

Unter Zuhilfenahme eines Tiefkühlgerätes können Sie Ihre Lebensmittel länger haltbar machen.

Met behulp van een diepvriezer kan u uw voedingswaren langer bewaren.

Synonyme

Trink­was­ser:

drinkwater

Niederländische Beispielsätze

• Je zal binnenkort gewend zijn aan Japans voedsel.

• Hij moest het dagenlang zonder voedsel stellen.

• Ons voedsel raakte op.

• Ze gaven voedsel voor de oorlogsslachtoffers.

• Muziek wordt beschouwd als voedsel voor de ziel.

• Voor welk voedsel bent u allergisch?

• Ik ben gek op rauw voedsel.

• Ik hou van rauw voedsel.

• We hebben voedsel in overvloed.

Untergeordnete Begriffe

Ge­mü­se:

groente

Ge­würz:

kruiden

kruiderij

smaakstof

specerij

specerijen

Luft:

lucht

Obst:

fruit

Plank­ton:

plankton

Trink­was­ser:

drinkwater