Was heißt »Keks« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Keks« (veraltet: Cakes & Keeks) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

"Mama, darf ich einen Keks essen?" "Nein, darfst du nicht. Man sollte nicht zwischen den Mahlzeiten essen.": "Mama, mag ik een koekje eten?" "Nee, dat mag je niet. Je hoort niet tussen de maaltijden te eten."
Dorenda ist wirklich ein nettes Mädchen, sie teilt ihre Kekse mit mir.: Dorenda is echt een aardig meisje, ze deelt haar koekjes met me.
Möchtest du noch mehr Kekse?: Wil je nog wat meer koekjes?
Sie hat Kekse gebacken.: Zij heeft koekjes gebakken.
Ich habe Kekse gebacken.: Ik maakte koekjes.
Mama, Tom hat meinen Keks aufgegessen!: Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!
Keno hat Kekse für Tom gebacken.: Keno heeft koekjes voor Tom gebakken.
Kekse mit Senf schmecken scheußlich.: Biscuitjes met mosterd smaken verschrikkelijk.
Diese Kekse sind nicht teuer, schmecken aber ausgezeichnet.: Deze koekjes zijn niet duur, maar ze smaken uitstekend.
Tom schenkte Maria einen herzförmigen Keks.: Tom gaf Marie een hartvormig koekje.
Willst du den Keks da nicht essen?: Wil je het koekje daar niet opeten?
Die Kekse sind vegan.: De koekjes zijn veganistisch.; De koekjes zijn vegan.