Was heißt »Gefallen« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Gefallen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Er fragte mich, ob ich ihm einen Gefallen tun könne.: Hij vroeg mij of ik hem een plezier kon doen.; Hij vroeg me of ik hem een plezier kon doen.
Tue mir einen Gefallen und schreibe diesen Aufsatz für mich.: Doe mij een plezier en schrijf die verhandeling voor mij.
Kannst du mir einen Gefallen tun? Leihst du mir etwas Geld?: Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld?
Kannst du mir einen Gefallen tun?: Kun je me een plezier doen?; Zou je me alsjeblieft een plezier kunnen doen?
Ich möchte dich um einen großen Gefallen bitten.: Ik wil je om een grote gunst vragen.
Ich möchte euch um einen Gefallen bitten.: Ik zou je graag om een gunst vragen.
Ich muss dich um einen kleinen Gefallen bitten.: Ik moet je om een kleine gunst vragen.
Ich muss um einen Gefallen bitten.: Ik heb een gunst nodig.
Gefallen dir diese Bilder?: Spreken die schilderijen u aan?
Er schuldet mir einen Gefallen.: Hij is me wat schuldig.
Darf ich dich um einen Gefallen bitten?: Mag ik je om een gunst vragen?
Gefallen Ihnen die Insekten?: Houdt u van insecten?
Tom, kannst du mir einen Gefallen tun?: Kan je me een plezier doen, Tom?
Ich habe Tom einen Gefallen getan.: Ik deed Tom een gunst.
„Kannst du mir einen Gefallen tun?“ – „Das kommt ganz darauf an.“: "Kan je me een plezier doen?" "Dat hangt ervan af."