Was heißt »Al­ko­hol« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Haben Sie etwas ohne Alkohol?

Heeft u iets zonder alcohol?

Er trinkt nie Alkohol.

Hij drinkt nooit alcohol.

Dieses Bier enthält 5% Alkohol.

Dit bier bevat 5% alcohol.

Darf ich Alkohol trinken?

Mag ik alcohol drinken?

Trink keinen Alkohol.

Drink geen alcohol.

Sechzig Prozent der erwachsenen japanischen Männer trinken regelmäßig Alkohol.

Zestig procent van de volwassen Japanse mannen drinken regelmatig alcoholische dranken.

Nie wieder Alkohol!

Geen alcohol meer!

Nooit meer alcohol!

Ich trinke keinen Alkohol.

Ik drink geen alcohol.

Sie trinkt fast täglich alkoholfreies Bier, weil Bier ihr Lieblingsgetränk ist, sie ja aber nicht täglich Alkohol trinken will.

Ze drinkt bijna elke dag alcoholvrij bier, omdat bier haar favoriete drankje is, maar ze wil niet elke dag alcohol drinken.

In diesem Laden wird Alkohol nicht verkauft.

Er worden geen sterke dranken verkocht in deze winkel.

Ich kann keinen Alkohol trinken.

Ik kan geen alcohol drinken.

Wir haben viel Alkohol getrunken.

We hebben veel alcohol gedronken.

Alkohol macht die Leber kaputt.

Alcohol beschadigt de lever.

In diesem Laden wird kein Alkohol verkauft.

Er wordt in die winkel geen sterkedrank verkocht.

Hast du schon mal Alkohol getrunken?

Heb je ooit eens alcohol gedronken?

Heb je wel eens alcohol gedronken?

Medikamente und Alkohol vertragen sich häufig nicht.

Medicijnen en alcohol gaan vaak niet samen.

Leyla roch nach Alkohol.

Leyla rook naar alcohol.

Alkohol ist gefährlich.

Alcohol is gevaarlijk.

Sie trinken keinen Alkohol.

Zij drinken geen alcohol.

Trinkst du jeden Tag Alkohol?

Drink je elke dag alcohol?

Synonyme

Alk:

alk

Etha­nol:

ethanol

Stoff:

stof

Niederländische Beispielsätze

• Tom is allergisch voor alcohol.

• Het rijden onder invloed van alcohol is een belangrijk probleem.

• Bestuur geen auto onder invloed van alcohol.

Übergeordnete Begriffe

Ge­tränk:

drank

Untergeordnete Begriffe

Etha­nol:

ethanol