Was heißt »tä­tig« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »tä­tig« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • bezig

Synonyme

ak­tiv:
actief
quir­lig:
beweeglijk
exuberant
um­trie­big:
gedreven
wach:
wakker

Antonyme

mü­ßig:
nutteloos
onnodig
vrij
werkeloos
the­o­re­tisch:
theoretisch
un­tä­tig:
inactief
werkeloos

Niederländische Beispielsätze

  • Ik was bezig.

  • Ik was druk bezig.

  • Ik ben vandaag heel druk bezig.

  • Ik ben er nog mee bezig.

  • Zij hielden zich bezig met het ontwerp van nieuwe zonnecellen.

  • Tom zegt dat hij bezig is.

  • Bent u bezig?

  • Was u bezig?

  • Was je bezig?

  • Waren jullie bezig?

  • Ik ben bezig.

  • Lopen op het perron terwijl je met iets anders bezig bent is levensgevaarlijk.

  • Ik was druk bezig deze week.

  • Rijkswaterstaat is bezig met een herziening van het ontwerp van de straten en stoepen om ze voetgangervriendelijker te maken.

  • Ze zijn allebei bezig.

  • Ik kan niet helpen, want ik ben bezig.

  • De studenten zijn bezig het examen voor te bereiden.

  • Zij was bezig met het huishouden.

  • Ze zijn zes maanden bezig geweest om het huis te bouwen.

  • Mama was bezig met haar naaiwerk.

Untergeordnete Begriffe

An­walt:
advocaat
Arzt:
arts
dokter
geneesheer
medicus

Tätig übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: tätig. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: tätig. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 3686126, 3611454, 3610310, 3552837, 3550127, 4177816, 3415550, 3307877, 3307875, 3307874, 3237748, 4581948, 3122890, 4684235, 4782343, 2224207, 5526865, 2131406, 1923511 & 5984590. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR