Was heißt »sam­meln« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Mein Hobby ist es, alte Flaschen zu sammeln.

Mijn hobby is het verzamelen van oude flessen.

Ken sammelt alte Münzen.

Ken verzamelt oude munten.

Jack sammelt Briefmarken.

Jack verzamelt postzegels.

Du musst mehr Informationen sammeln.

Je moet meer informatie verzamelen.

Er sammelt Ansichtskarten.

Hij verzamelt postkaarten.

Wir veröffentlichen alle Sätze, die wir sammeln, unter der Creative Commons Attributionslizenz.

Alle zinnen die we verzamelen geven we uit onder de licentie Creatieve Commons - Naamsvermelding.

Ich sammle seltene Münzen.

Ik verzamel zeldzame munten.

Mein Hobby ist, Briefmarken zu sammeln.

Mijn hobby is postzegels verzamelen.

Sie sammeln Nüsse.

Ze verzamelen noten.

Tom sammelte Kaffeetassen.

Tom verzamelde koffiekoppen.

Tom sammelt Kronkorken.

Tom verzamelt flessendoppen.

Tom verzamelt kroonkurken.

Ich habe noch nicht genug Material gesammelt, um ein Buch zu schreiben.

Ik heb nog niet genoeg materiaal verzameld om een boek te kunnen schrijven.

Maria sammelt alles, was irgendwie mit Eichhörnchen zusammenhängt.

Maria verzamelt alles wat op de een of andere manier betrekking heeft op eekhoorntjes.

Ruhm ist die Summe aller Missverständnisse, die sich um einen Namen sammeln.

Roem is de som van alle misverstanden die zich ophopen rond een naam.

Das Eichhörnchen war emsig dabei, Nüsse zu sammeln.

De eekhoorn was bezig noten te verzamelen.

Wir sammeln Briefmarken aus der ganzen Welt.

We verzamelen postzegels van over de hele wereld.

Tom sammelt Sätze.

Tom verzamelt zinnen.

Tom sammelt antike Uhren.

Tom verzamelt antieke klokken.

Tom sammelt Briefmarken.

Tom verzamelt postzegels.

Postkartenliebhaber sammeln Postkarten.

De postkaartliefhebbers verzamelen de postkaarten

Wer sammelt das Geld für das Geschenk an den Chef?

Wie zamelt het geld in voor het geschenk aan de baas?

Haben Sie Beeren gesammelt, als Sie jung waren?

Hebt u bessen geplukt toen u jong was?

Als ich klein war, sammelte ich Briefmarken.

Toen ik klein was, verzamelde ik postzegels.

Als Kind sammelte Van Horne Fossilien.

Als kind verzamelde Van Horne fossielen.

Synonyme

ak­ku­mu­lie­ren:

vermeerderen

er­fas­sen:

grijpen

vatten

Niederländische Beispielsätze

• Ik ben geld aan het inzamelen om zeeschildpadden te redden.

• Hij verdient meer geld dan hij kan opdoen.

• Haar enige hobby is het verzamelen van postzegels.