Was heißt »komisch« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »komisch« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Viele Menschen denken, dass ich ein bisschen komisch im Kopf bin.: Veel mensen denken dat ik een beetje raar ben in mijn hoofd.
Es ist komisch, dass uns niemand kennt.: Vreemd dat niemand ons kent.
Das ist schon ein bisschen komisch, oder?: Dat is een beetje raar, toch?
Es schien komisch, aber er wusste keine Neuigkeiten.: Hoe vreemd het ook lijkt, hij wist het nieuws nog niet.
Das kommt mir komisch vor.: Dat lijkt mij vreemd.; Ik vind het maar raar.; Dit voelt vreemd aan.
Das ist schon komisch, aber es ist so.: Dat is vreemd, maar waar.
Das ist nicht komisch.: Dit is niet grappig.
Das ist komisch.: Dit is grappig.; Dat is grappig.
Diese Milch schmeckt komisch.: Die melk heeft een rare smaak.
Manchmal bist du komisch.: Je bent soms vreemd.
Das war ziemlich komisch.: Dat was best grappig.
Jungen sind manchmal komisch.: Zo nu en dan doen jongens vreemd.
Ist das nicht komisch?: Is het niet vreemd?
Alle sagen, dass ich komisch bin.: Alle zeggen dat ik eigenaardig ben.; Ze zeggen allemaal, dat ik raar ben.
Es war überaus komisch.: Het was heel grappig.
Weißt du, warum es so komisch ist?: Weet je waarom het zo vreemd is?

Erg grappig.
Heel grappig!
Tom ziet er grappig uit met die schoenen.
Dat was heel grappig.
Je bent grappig.
Deze zin is grappig.
Het was niet grappig.
Moet dat grappig zijn?
Het mopje is niet grappig.
Stop. Dat is niet grappig.
Dat was erg grappig.
Dat is niet grappig!
De Duitsers hebben geen gevoel voor humor? Ik vind dat niet grappig!
De clown trok een grappig gezicht.
Je bent een grappig meisje.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.