Was heißt »hin­stel­len« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Wo, zum Teufel, habe ich ihn hingestellt?

Waar heb ik hem in vredesnaam neergezet?

Waar heb ik hem in godsnaam neergezet?

Wo, zum Teufel, habe ich sie hingestellt?

Waar heb ik haar in godsnaam neergezet?

Wo, zum Teufel, habe ich es hingestellt?

Waar heb ik het in vredesnaam gestopt?

Waar heb ik het in godsnaam gelegd?

Könnten Sie bitte Ihr Auto woanders hinstellen?

Kunt u uw auto verplaatsen alstublieft?

Synonyme

an­bie­ten:

aanbieden

auf­ste­hen:

opstaan

overeindkomen

auf­tra­gen:

aandragen

opscheppen

bau­en:

bouwen

be­haup­ten:

beweren

ein­rich­ten:

regelen

las­sen:

laten

ser­vie­ren:

serveren

stel­len:

stellen

Niederländische Beispielsätze

• Je moet een nieuwe batterij plaatsen. Dan zal de klok weer lopen.

• Ik kan niet op twee plaatsen tegelijk zijn.

• Laten we de kerstboom hier neerzetten.

• Ik stel voor hier een komma te plaatsen.

• Er zijn vele mooie plaatsen in Japan.

• Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.

• Mag ik het hier neerzetten?

• Reizen naar nieuwe plaatsen is interessant en kan moeilijk zijn. Esperanto maakt ook dat gemakkelijk.

• Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.

• Men kan niet op twee plaatsen tegelijk zijn.

• Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.

• We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.

• Op uw plaatsen, klaar, af!

Übergeordnete Begriffe

be­we­gen:

bewegen

stel­len:

stellen