Was heißt »Re­li­gi­on« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

In vielen Religionen ist Ehebruch eine Sünde.

In veel religies is overspel een zonde.

Die Religion ist das Opium des Volks.

Religie is het opium van het volk.

Der Artikel über den Buddhismus weckte in mir von neuem das Interesse für die östlichen Religionen.

Het artikel over het boeddhisme heeft mijn belangstelling voor oosterse religies opnieuw opgewekt.

Ist Religion notwendig?

Is religie noodzakelijk?

Wissenschaft ist keine Religion.

Wetenschap is geen religie.

Alle Religionen wollen Frieden. Andere wollen Krieg.

Alle godsdiensten willen vrede. Het zijn de anderen die oorlog willen.

Im Mittelalter war die Religion sehr wichtig.

In de middeleeuwen was religie heel belangrijk.

Religie was erg belangrijk in de middeleeuwen.

Synonyme

Kir­che:

kerk

Welt­an­schau­ung:

levensbeschouwing

wereldbeeld

wereldbeschouwing

Niederländische Beispielsätze

• Ik geloof er geen snars van!

• Ik geloof niet alles wat Tom zegt.

• Waarom geloof je me niet?

• Ik geloof niet dat hij altijd te laat aankomt.

• Ik geloof niemand van jullie.

• Ik geloof dat je je vergist.

• Laat je niet ontmoedigen door zijn woorden; ik geloof in je.

• Ik geloof dat ze geen enkel antwoord ontvangen heeft.

• Ik geloof niet dat dat de waarheid is.

• Ze zeggen dat allemaal maar geen van allen geloof ik.

• Ik geloof dat hij nooit meer zal terugkomen.

• Ik geloof je niet.

• Ik geloof dat Tom helemaal gelijk heeft.

• Waarom geloof je Tom?

• Hij geloof niet in God.

• Ik geloof in God.

• Ik geloof in magie.

• Die zijn van mij, geloof ik.

• Liefde wil geloven en het geloof wil stabiliteit.

• God zal je geloof op de proef stellen.

Übergeordnete Begriffe

Ideo­lo­gie:

ideologie

Untergeordnete Begriffe

Bud­dhis­mus:

boeddhisme

Hin­du­is­mus:

hindoeïsme