Was heißt »Müll« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Müll« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

afval (sächlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Unser Müll wird jeden Montag abgeholt.: Ons vuilnis wordt iedere maandag afgehaald.
Tom sagt, du bist an der Reihe, den Müll rauszubringen.: Tom zegt dat het nu jouw beurt is om het vuilnis buiten te zetten.
Müll!: Brol!; Rotzooi!
Hast du den Müll nach draußen gebracht?: Heb je het afval naar buiten gebracht?
Wenn du nach draußen gehst, nimm den Müll mit!: Neem het vuilnis mee als je naar buiten gaat.

Synonyme

Ausschuss:: comité; commissie; uitschot; uitschotopening
Gedöns:: gedoe
Kehricht:: vuilnis
Nippes:: snuisterij
Schnickschnack:: poespas
Schrott:: schroot
Stuss:: flauwekul; kletskoek; kletspraat; larie; lariekoek; lulkoek; nonsens; onzin; quatsch; zotteklap
Tinnef:: tinnef
Zeug:: tuig
Zinnober:: vermiljoen

Niederländische Beispielsätze

Waar wordt het nucleaire afval tijdelijk opgeslagen?

Untergeordnete Begriffe

Plastikmüll:: plastic afval
Weltraummüll:: ruimteschroot

Müll übersetzt in weiteren Sprachen: