Was heißt »Kultur« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Kultur« (veraltet: Cultur) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Sie haben eine eigene Kultur.: Ze hebben een eigen cultuur.
Mitarbeiter aus vielen Ländern, Sprachen und Kulturen sprechen die Sprache Esperanto neben ihrer Muttersprache und einer oder mehreren anderen Sprachen.: Medewerkers uit verschillende landen, talen en culturen kennen de taal Esperanto naast hun moedertaal en één of meer andere talen.
Marika entdeckte mit mir eine neue Welt, eine neue Kultur.: Marika ontdekte met mij een nieuwe wereld, een nieuwe cultuur.
Die Rechtschreibung der Sprache gehört auch zur Kultur eines Landes.: De spelling van de taal maakt ook deel uit van de cultuur van een land.
Kultur ist wie ein Fallschirm: wenn du keine hast, stürzt du ab.: Cultuur is net zoals een parachute: als je dat niet hebt, stort je neer.
Sprache und Kultur sind nicht voneinander zu trennen.: Men kan taal en cultuur niet van elkaar scheiden.
Die Studenten sprechen über Sprache und Kultur.: De studenten praten over taal en cultuur.