Was heißt »Jacke« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Jacke« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- jas
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich mag diese Jacke nicht.
Ik hou niet van dat jasje.
Das ist Jacke wie Hose.
't Is lood om oud ijzer.
Wer ist die Frau mit der braunen Jacke?
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Das ist mir Jacke wie Hose.
Het is me om het even.
Die rote Jacke mag ich nicht.
Ik vind het rode jasje niet leuk.
Aus welchem Material ist diese Jacke?
Van welke stof is dat vest gemaakt?
Kaum hatte Tom seine Jacke ausgezogen, fingen sie schon an, Fragen zu stellen.
Tom had nauwelijks zijn jas uitgetrokken toen ze vragen begonnen te stellen.
Maria geht heute in deutschen Farben. Sie hat einen roten Rock, eine schwarze Jacke und ein gelbes Halstuch an.
Maria draagt vandaag de Duitse kleuren. Ze draagt een rode rok, een zwart jasje en een gele halsdoek.
Die Frau trägt eine Jacke.
De vrouw draagt een jas.
Ich benötige eine Jacke.
Ik heb een jas nodig.
Er braucht eine Jacke.
Hij heeft een jas nodig.
Wo ist meine schwarze Jacke?
Waar is mijn zwarte jas?
Synonyme
- Rock:
- rok
Antonyme
- Hose:
- broek
Niederländische Beispielsätze
Mag ik mijn jas uittrekken?
Tom draagt een nieuwe jas.
Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.
Het is koud buiten, doe uw jas aan!
Het meisje met de blauwe jas is mijn dochter.
Er zit een gat in mijn jas.
Ik zoek een jas in mijn maat.
Hangt u uw jas toch op.
Deze jas heeft de ideale maat voor mij.
Doe je jas aan. Het is koud buiten.
Neem je jas mee, want het is koud buiten.
Ik heb een dunne jas nodig.
Ze droeg een lange, brede jas.
Ze heeft een jas nodig.
Wie is de vrouw in de bruine jas?
Trek je jas uit.
Welke kleur heeft jouw jas?
Welke kleur heeft jullie jas?
Hij had geen jas aan.
Übergeordnete Begriffe
Untergeordnete Begriffe
- Zwangsjacke:
- dwangbuis