Was heißt »Biene« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Biene« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Bienen fliegen von Blume zu Blume.: Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Sie arbeiteten wie die Bienen.: Ze werkten als bijen.
Was fressen Bienen?: Wat eten bijen?
Hummeln sind größer als Bienen.: Hommels zijn groter dan bijen.
Eine Biene summt.: Een bij zoemt.
Wie viele Bienen leben in einem Bienenstock?: Hoeveel bijen leven er in een bijenkorf?
Bienen machen Honig.: Bijen maken honing.
Bienen produzieren Honig für uns.: Bijen produceren honing voor ons.
Tom ist allergisch auf Bienen.: Tom is allergisch voor bijen.
Honig wird von Bienen erzeugt.: Honing wordt door bijen gemaakt.

Ik ben mij beetje bij beetje aan het aanpassen aan het strenge klimaat hier.
Toen we al dicht bij de top waren, bemerkten we dat we vergeten hadden het fotoapparaat mee te nemen.
De belangrijkste succesfactor bij het studeren van een taal is enthousiasme.
Ik voel mij goed bij haar.
Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
Vanavond gaan we bij Mary eten.
Vanavond eten we bij Mary.
Ik heb een rekening bij deze bank geopend, omdat overschrijvingen naar het buitenland voor mensen onder de vijfentwintig jaar gratis zijn.
Ik zit krap bij kas.
Zij heeft een oom die bij een bank werkt.
Mijn zus werkt als secretaresse bij een bank.
Mijn broer werkt bij een bank.
Mijn huis staat dicht bij de supermarkt.
Komt U toch bij ons langs morgen!
Mary woont nog bij haar ouders thuis.
Mary werkt bij een supermarkt.
Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
We zijn van plan om morgen bij meneer Smith op bezoek te gaan.
Die oude man is, bij wijze van spreken, een wandelend woordenboek.
Wil je daar frietjes bij?