Was heißt »ähneln« auf Niederländisch?
Das Verb »ähneln« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- gelijken
- overeenstemmen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Bill und sein jüngerer Bruder ähneln sich überhaupt nicht.
Bill en zijn jongere broer lijken helemaal niet op elkaar.
Auf den ersten Blick ähneln sich die beiden Busse.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
Mein Haus ähnelt deinem.
Mijn huis gelijkt op het uwe.
Mijn huis lijkt op dat van jullie.
Ich finde nicht, dass sie ihrer Mutter ähnelt.
Ik vind niet dat ze op haar moeder lijkt.
Wem von deinen Eltern ähnelst du?
Op wie van je ouders lijk je?
Dies ähnelt jenem.
Dit lijkt erop.
Das Mädchen ähnelt ihrer Mutter.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Diese beiden Blätter ähneln sich.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Findest du, dass er seinem Vater ähnelt?
Denk jij dat hij op zijn vader lijkt?
Die Flaggen Indonesiens und Polens ähneln sich.
De vlag van Indonesië en die van Polen gelijken op elkaar.