Was heißt »Schau­spie­ler« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Er ist Kellner und auch Schauspieler.

Hij is kelner en ook acteur.

Harry ist ein US-amerikanischer Schauspieler.

Harry is een Amerikaanse acteur.

Er ist Schauspieler.

Hij is een acteur.

Hij is een toneelspeler.

Gestern habe ich einen der bekanntesten Schauspieler der Welt getroffen.

Gisteren heb ik een van de bekendste acteurs van de wereld ontmoet.

Ich bin ein berühmter Schauspieler.

Ik ben een beroemde acteur.

Gestern lernte ich einen der berühmtesten Schauspieler der Welt kennen.

Gisteren heb ik kennis gemaakt met een van de beroemdste acteurs van de wereld.

Ich habe einen Freund, dessen Vater ein berühmter Schauspieler ist.

Ik heb een vriend wiens vader een beroemd acteur is.

Brad Pitt ist ein Schauspieler.

Brad Pitt is een acteur.

Er ist Kellner, aber auch Schauspieler.

Hij is kelner, maar ook acteur.

Ich bin ein bekannter Schauspieler.

Ik ben een bekende acteur.

Sie sind Schauspieler.

Zij zijn acteurs.

Ich denke nicht, dass er ein großer Schauspieler ist.

Ik geloof niet dat hij een groot acteur is.

Das war ein mittelmäßiger Film mit mittelmäßigen Schauspielern.

Dat was een middelmatige film met middelmatige acteurs.

Die Schauspieler traten in historischen Gewändern auf.

De acteurs verschenen in historische kostuums.

Worum geht es bei einem Vorstellungsgespräch? Nun, du musst sagen, was der Arbeitgeber in spe hören will, inklusive aller verfügbaren Klischees - mit anderen Worten, du musst ein guter Schauspieler sein.

Waar gaat een sollicitatiegesprek over? Wel, je moet zeggen wat de aanstaande werkgever wil horen, inclusief alle gangbare clichés - met andere woorden, je moet goed kunnen acteren.

Tom ist Schauspieler.

Tom is een toneelspeler.

Warum willst du Schauspieler werden?

Waarom wil je acteur worden?

Wer ist der berühmteste amerikanische Schauspieler?

Wie is de bekendste Amerikaanse acteur?

Weibliche Wortform

Schau­spie­le­rin:

actrice

Sinnverwandte Wörter

Heuch­ler:

hypocriet

Niederländische Beispielsätze

• Ze was een acteur.

• Ze is een acteur.

Übergeordnete Begriffe

Be­ruf:

beroep

Künst­ler:

artiest

kunstenaar

Untergeordnete Begriffe

Star:

spreeuw