Was heißt »Russisch« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Russisch« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- Russisch
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wir haben Russisch anstatt von Französisch gelernt.
We hebben Russisch geleerd in plaats van Frans.
Er spricht perfekt Russisch.
Hij spreekt perfect Russisch.
Er spricht auch Russisch.
Hij spreekt ook Russisch.
Sie spricht Russisch.
Zij spreekt Russisch.
Russisch ist sehr schwierig zu lernen.
Russisch is erg moeilijk te leren.
Er spricht Russisch.
Hij spreekt Russisch.
Russisch Roulette zu spielen ist keine besonders gute Idee.
Russische roulette spelen is niet echt een goed idee.
Ich spreche kein Russisch.
Ik spreek geen Russisch.
Ich spreche Esperanto und Russisch.
Ik spreek Esperanto en Russisch.
Für einen französischsprechenden Menschen ist Russisch schwieriger als Spanisch zu erlernen.
Voor een Franstalige is Russisch moeilijker dan Spaans.
Ich spreche Russisch.
Ik spreek Russisch.
Ich spreche ein bisschen Russisch.
Ik spreek een beetje Russisch.
Russisch ist eine slawische Sprache.
Het Russisch is een Slavische taal.
Sprechen Sie Russisch?
Spreekt u Russisch?
Ich lerne Russisch.
Ik leer Russisch.
Tom kann Russisch.
Tom kan Russisch spreken.
Tom kent Russisch.
Ich kann Portugiesisch, Englisch und Russisch.
Ik ken Portugees, Engels, en Russisch.
Niederländische Beispielsätze
Hun moeder is Russisch.
Haar moeder is Russisch.
Uw moeder is Russisch.
Voor iemand die Frans spreekt is het moeilijker om Russisch te leren dan Spaans.
Voor iemand die Frans spreekt is Russisch leren moeilijker dan Spaans.
Zij zijn Russisch.