Was heißt »Porte­mon­naie« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Auf dem Weg zur Schule habe ich mein Portemonnaie verloren.

Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.

Gib ihm einfach das Portemonnaie.

Geef hem gewoon de portemonnee.

Dieser Mann hat mir mein Portemonnaie gestohlen.

Deze man heeft mijn portemonnee gestolen.

Ich habe mein Portemonnaie verloren.

Ik heb mijn portemonnee verloren.

Ich habe gestern mein Portemonnaie verloren.

Gisteren verloor ik mijn portemonnee.

Gisteren heb ik mijn portemonnee verloren.

Tom hat sein Portemonnaie verloren.

Tom is zijn portemonnee kwijt.

Tom heeft zijn portemonnee verloren.

Mein Portemonnaie wurde mir im Schlaf gestohlen.

Mijn portemonnee werd gestolen terwijl ik sliep.

Niederländische Beispielsätze

• Toms portemonnee is bijna leeg.

• Ik heb mijn portemonnee thuis laten liggen. Kun je me wat geld lenen?

• Mijn portemonnee is verdwenen.

• Tom zoekt zijn portemonnee.

• Ik doe graag aan recycleren. Het beschermt het milieu en mijn portemonnee.

• Rijkdom zit in je hart, niet in je portemonnee.

• Heeft u hier ergens in de buurt een bruine portemonnee gezien?

• Ik heb mijn geld in een portemonnee gedaan.

• Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.

Übergeordnete Begriffe

Be­häl­ter:

bak

koker

Be­hält­nis:

bak