Was heißt »Fähigkeit« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Fähigkeit« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- bekwaamheid
- competentie
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Der Mensch ist das einzige Lebewesen, das die Fähigkeit zu sprechen besitzt.
De mens is het enige schepsel dat het vermogen te spreken bezit.
Kreativität ist die Fähigkeit, bekannte Elemente in neuer, ungewohnter Weise zu kombinieren.
Creativiteit is het vermogen bekende elementen in nieuwe, ongewone wijze te combineren.
Genialität ist nichts anderes als die Fähigkeit, geduldig zu sein.
Genialiteit is niets anders dan een groot vermogen tot geduld.
Du solltest versuchen, das Beste aus deinen Fähigkeiten zu machen.
Je moet proberen het meeste uit je mogelijkheden te halen.
Das sind alles grundlegende Fähigkeiten.
Dit zijn allemaal basisvaardigheden.
Intelligenz ist die Fähigkeit, sich an Veränderungen anzupassen.
Intelligentie is het vermogen zich aan te passen aan veranderingen.
Man muss nicht nur mehr Ideen haben als andere, sondern auch die Fähigkeit besitzen, zu entscheiden, welche dieser Ideen gut sind.
Je moet niet alleen meer ideeën hebben dan anderen, maar ook het vermogen hebben om te beslissen welke van deze ideeën goed zijn.
Was mich anbetrifft, so zahle ich für die Fähigkeit, Menschen richtig zu behandeln, mehr als für irgendeine andere auf der ganzen Welt.
Wat mij betreft, ik geef liever geld uit voor de mogelijkheid om mensen rechtvaardig te behandelen, dan voor eender welk doeleinde op de wereld.
Selbstunterschätzung ist eine ebensolche Abweichung von der Wahrheit wie Übersteigerung der eigenen Fähigkeiten.
Jezelf onderschatten is evenzeer een afwijking van de waarheid als je eigen vaardigheden overdrijven.
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
Niemand twijfelt aan zijn bekwaamheid voor deze functie.
Untergeordnete Begriffe
- Anpassungsfähigkeit:
- souplesse
- Leitfähigkeit:
- geleidingsvermogen