Was heißt »Bril­le« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Bril­le« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • bril

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Deine Brille ist auf den Boden gefallen.

Jouw bril is op de vloer gevallen.

Ich kann ohne Brille lesen.

Ik kan zonder bril lezen.

Ik kan lezen zonder bril.

Ich kann nicht ohne Brille lesen.

Zonder bril kan ik niet lezen.

Er trägt eine Brille.

Hij draagt een bril.

Sie trug eine Brille.

Ze droeg een bril.

Wo ist meine Brille?

Waar is m'n bril?

Waar is mijn bril?

Ich muss keine Brille mehr tragen.

Ik heb geen bril meer nodig.

Was hast du mit meiner Brille gemacht?

Wat hebt ge met mijn bril gedaan?

Diese Brillen sind schön.

Deze brillen zijn mooi.

Ich habe meine Brille kaputtgemacht.

Ik heb mijn bril kapotgemaakt.

Nimm meine Brille.

Neem mijn bril.

Er braucht eine Brille.

Hij heeft een bril nodig.

Ohne seine Brille ist er blind wie ein Maulwurf.

Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.

Herr Brown sucht nach seiner Brille.

Meneer Brown is op zoek naar zijn bril.

Tom hat seine Brille verloren.

Tom is zijn bril kwijt.

Ohne Brille kann er schlecht sehen.

Hij kan moeilijk zien zonder bril.

Ich kann nicht sehen ohne meine Brille.

Ik kan niet zien zonder mijn bril.

Ich trage nur zum Lesen eine Brille.

Ik draag alleen bij het lezen een bril.

Tom trägt eine Brille.

Tom draagt ​​een bril.

Tom schlief mit der Brille auf der Nase ein.

Tom viel in slaap met zijn bril op.

Er sieht nichts ohne seine Brille.

Hij kan niks zien zonder zijn bril.

Hij ziet niets zonder bril.

Diese Brille ist schön.

Deze bril is mooi.

Tom trägt eine dicke Brille.

Tom draagt een dikke bril.

Ich trage eine Brille.

Ik draag een bril.

Er hatte eine Brille auf.

Hij droeg een bril.

Er hat immer eine dunkle Brille auf.

Hij draagt altijd een donkere bril.

Er setzte seine Brille auf und betrachtete sie noch einmal.

Hij zette zijn bril op en bekeek haar nog eens.

Kannst du ohne deine Brille etwas sehen?

Kan je zien zonder je bril?

Weißt du, wo meinen neue Brille ist?

Weet je waar mijn nieuwe bril is?

Brauchen Sie eine Brille zum Lesen?

Hebt u een bril nodig om te lezen?

Gib mir bitte meine Brille, damit ich dich besser sehe.

Geef me alsjeblieft mijn bril, zodat ik je beter kan zien.

Sie trägt eine Brille.

Zij draagt ​​een bril.

Tom braucht keine Brille.

Tom heeft geen bril nodig.

Wenn sie eine Brille trägt, sieht sie ihrer Mutter ähnlich.

Als ze een bril draagt, lijkt ze op haar moeder.

Er muss erst seine Brille putzen.

Hij moet eerst zijn bril schoonmaken.

Sie hat ihre Brille verloren.

Ze is haar bril kwijt.

Mary hat ihre Brille vergessen.

Mary is haar bril vergeten.

Mary heeft haar bril vergeten.

Antonyme

Kon­takt­lin­se:
contactlens
Mo­n­o­kel:
monocle
oogglas

Niederländische Beispielsätze

De televisie werd uitgevonden om de ongeletterden een goede reden te geven om een bril te dragen.

Untergeordnete Begriffe

Brille übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Brille. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 700, 341582, 341583, 341585, 341586, 341588, 341590, 341594, 342070, 359647, 428925, 454274, 651625, 1449366, 1494863, 1587946, 1968021, 2388528, 2707984, 2779085, 2809460, 2997062, 3160903, 3541111, 4095608, 4095759, 4208334, 4712142, 6046947, 6734104, 6794103, 7712121, 7948408, 8198648, 8198650, 8276668, 8437990 & 7694932. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR