Was heißt »be­ant­wor­ten« auf Niederländisch?

Das Verb »be­ant­wor­ten« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • beantwoorden

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Bob kann alle Fragen beantworten.

Bob kan alle vragen beantwoorden.

Bitte beantworte die Frage.

Antwoord op de vraag alstublieft.

Ich frage mich, ob ich seinen Brief beantworten soll.

Ik vraag mij af of ik zijn brief moet beantwoorden.

Er kann ihre Fragen nicht beantworten.

Hij kan niet antwoorden op hun vragen.

Hij kan haar vragen niet beantwoorden.

Hij kan hun vragen niet beantwoorden.

Kein Student konnte die Frage beantworten.

Geen enkele student kon de vraag beantwoorden.

Jedes Kind kann das beantworten.

Eender welk kind kan dat beantwoorden.

Ich kann Ihre Frage nicht beantworten.

Ik kan uw vraag niet beantwoorden.

Du musst die Fragen nicht beantworten.

Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.

Ich weigere mich, eine so dumme Frage zu beantworten.

Ik weiger antwoord te geven op zo'n domme vraag.

Nur ich konnte die Frage richtig beantworten.

Alleen ik kon de vraag juist beantwoorden.

Alleen ik kon de vraag correct beantwoorden.

Sie brauchen diese Fragen nicht beantworten.

U moet die vragen niet beantwoorden.

Prüfungen sind deshalb so scheußlich, weil der größte Trottel mehr fragen kann, als der klügste Mensch zu beantworten vermag.

De examens zijn zo afschuwelijk omdat de grootste dwaas meer kan vragen dan de slimste mens kan beantwoorden.

Hast du den Brief schon beantwortet?

Heb je de brief al beantwoord?

Jeder Student kann diese Frage beantworten.

Elke student kan die vraag beantwoorden.

Ich beantworte gerne derartige Fragen.

Ik antwoord graag op dergelijke vragen.

Ich beantwortete die Frage.

Ik heb de vraag beantwoord.

Muss ich alle Fragen beantworten?

Moet ik alle vragen beantwoorden?

Ich werde versuchen, Ihre Frage zu beantworten.

Ik zal proberen uw vraag te beantwoorden.

Die Frage kann ich nicht beantworten.

Ik kan niet antwoorden op die vraag.

Op die vraag kan ik niet antwoorden.

Du brauchst keine weiteren Fragen zu beantworten.

Je hoeft geen verdere vragen te beantwoorden.

Du musst seinen Brief beantworten, und zwar gleich.

Je moet zijn brief beantwoorden, en wel onmiddellijk.

Tom konnte nicht alle Fragen Marias beantworten.

Tom kon niet al Mary's vragen beantwoorden.

Ich muss diesen Brief sofort beantworten.

Ik moet die brief onmiddellijk beantwoorden.

Tom war so freundlich, mir meine Frage zu beantworten.

Tom was zo vriendelijk mijn vraag te beantwoorden.

Du brauchst diese Frage nicht zu beantworten.

Je hoeft deze vraag niet te beantwoorden.

Tom hat die Frage richtig beantwortet.

Tom heeft de vraag juist beantwoord.

Tom hat die Frage von Maria nicht beantwortet.

Tom heeft Maria’s vraag niet beantwoord.

Ein Narr fragt mehr, als zehn Weise beantworten können.

Een dwaas stelt meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden.

Hast du Lust, meine Frage zu beantworten oder nicht?

Heb je zin om mijn vraag te beantwoorden of niet?

Deine Frage lässt sich nur sehr schwer beantworten.

Je vraag is heel moeilijk te beantwoorden.

Ich habe diese Frage bereits beantwortet.

Ik heb deze vraag al beantwoord.

Ich werde keine Fragen mehr beantworten.

Ik zal geen vragen meer beantwoorden.

Du bist die einzige Person, die ich kenne, die diese Frage wahrscheinlich beantworten kann.

Jij bent de enige persoon die ik ken die deze vraag waarschijnlijk kan beantwoorden.

Sie kann deine Frage beantworten.

Zij kan jouw vraag beantwoorden.

Vielleicht kann sie die Frage beantworten.

Misschien kan zij de vraag beantwoorden.

Tom stellte eine Frage, die er, bevor ich überhaupt etwas sagen konnte, sogleich selbst beantwortete.

Tom stelde een vraag die hij, voordat ik überhaupt iets kon zeggen, meteen zelf beantwoordde.

Tom stelde een vraag die hij, voordat ik ook maar iets kon zeggen, meteen zelf beantwoordde.

Ich möchte, dass Sie meine Fragen beantworten.

Ik zou graag willen dat u mijn vragen beantwoordt.

Sinnverwandte Wörter

ant­wor­ten:
antwoorden

Antonyme

fra­gen:
vragen

Niederländische Beispielsätze

  • Hij vindt het niet nodig om mijn vragen te beantwoorden.

  • Ik ben bereid om te beantwoorden.

  • Hij kon deze vraag niet beantwoorden.

Beantworten übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: beantworten. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 352785, 433155, 628045, 644370, 644415, 660455, 805164, 1473640, 1540593, 1551333, 1642297, 1672247, 1699039, 1704723, 1762916, 2098504, 2162850, 2351541, 2489291, 2996905, 3583882, 3654763, 3949848, 4032207, 4306326, 4363237, 4655258, 4735730, 4775190, 5332530, 6702479, 6815827, 7789863, 8080894, 8128074, 10351140, 11360901, 10314212, 6787825 & 3654294. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR