Was heißt »Verb« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Verb« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • werkwoord (sächlich)
  • verbum (sächlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich lerne nicht gerne unregelmäßige Verben.

Ik hou niet van onregelmatige werkwoorden leren.

Welche Endungen hat dieses Verb in der Gegenwart?

Welke uitgangen heeft dit werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Im Esperanto zeigen Substantive, Adjektive, Adverbien und Verben durch ihre Endung ihre Funktion im Satz an.

In het Esperanto tonen zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en werkwoorden hun functie in een zin door hun uitgang.

Dieses Verb tritt gewöhnlich nur in der dritten Person auf.

Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.

Unregelmäßige Verben lernen finde ich total langweilig.

Onregelmatige werkwoorden leren vind ik heel vervelend.

Gibt es unregelmäßige Verben im Esperanto?

Bestaan er onregelmatige werkwoorden in het Esperanto?

Übergeordnete Begriffe

Wort:
woord
Wort­art:
rededeel
woordsoort

Untergeordnete Begriffe

Hilfs­verb:
hulpwerkwoord
re­fle­xi­ves Verb:
wederkerend werkwoord
star­kes Verb:
sterk werkwoord (L=S)

Verb übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Verb. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 612, 870218, 1115692, 1604292, 4971157 & 5655802. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR