Was heißt »Tren­nung« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Sie hat nach der Trennung noch zwei, drei Jahre den Ehering getragen.

Ze heeft de trouwring twee, drie jaar na de scheiding gedragen.

Synonyme

Ab­lö­sung:

aflossing

Ab­spal­tung:

afscheiding

afsplitsing

Ana­ly­se:

analyse

Dis­tink­ti­on:

verschil

Iso­la­ti­on:

isolatie

Iso­lie­rung:

isolatie

isolering

Sil­ben­tren­nung:

syllabificatie

Un­ter­bre­chung:

onderbreking

Niederländische Beispielsätze

• Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.

• Ze wil niet instemmen met een scheiding.

• Na de scheiding van mijn ouders, verhuisde mijn vader naar de toenmalige Karl-Marx-Stadt, en wij bleven in Leipzig.

• Met de scheiding verliest men niet alleen zijn partner, maar ook zijn vrienden.

Untergeordnete Begriffe

Gü­ter­tren­nung:

koude uitsluiting

scheiding van goederen

Müll­tren­nung:

afvalscheiding

Sil­ben­tren­nung:

syllabificatie