Was heißt »Geruch« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Geruch« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- geur
- reuk
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
"Möchten Sie einen Anzug kaufen?" fragt die Ladeninhaberin Dima, der die Gerüche der letzten Nacht mit sich brachte, als er durch die Tür ging.
"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.
Gewisse Gerüche können leicht Kindheitserinnerungen wachrufen.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
Ich rieche schon den salzigen Geruch des Ozeans.
Ik ruik al de zoute geur van de oceaan.
Der Geruch war nicht auszuhalten.
De geur was onuitstaanbaar.
Es gibt keinen Geruch und das Wasser ist rein und klar.
Er is geen geur en het water is zuiver en helder.
Synonyme
- Beigeschmack:
- zweem
- Olfaktus:
- reukzin
Sinnverwandte Wörter
- lateinisch:
- Latijns
Niederländische Beispielsätze
Vriendschap zonder vertrouwen is als een bloem zonder geur.
Geschilderde rozen hebben geen geur.
De geur van haar eten deed iedereen goesting krijgen.
De geur van rozen vulde de kamer.
Übergeordnete Begriffe
Untergeordnete Begriffe
- Gasgeruch:
- gaslucht
- Gestank:
- stank