Was heißt »Ge­brauch« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Ge­brauch« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • gebruik

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Vor Gebrauch schütteln.

Schudden voor gebruik.

Dieser alte Tisch ist immer noch in Gebrauch.

Deze oude tafel wordt nog steeds gebruikt.

Jeder sollte von seinem Wahlrecht Gebrauch machen.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruikmaken.

Du solltest von dieser Gelegenheit Gebrauch machen, denn sie wird vielleicht nie wiederkommen.

Je moet deze kans grijpen. Misschien krijg je hem nooit meer.

Je moet die kans grijpen, want misschien komt ze nooit meer terug.

Der Vertrag verbietet den Gebrauch chemischer Waffen.

Het verdrag verbiedt het gebruik van chemische wapens.

Nach einigen Jahren kam anstelle von "Die internationale Sprache des Dr. Esperanto" die kurz Bezeichnung "Esperanto" in Gebrauch. An diesem Tag begehen wir daher überall auf der Welt das 125-jährige Jubiläum des Esperanto.

Enkele jaren later werd in plaats van "De Internationale Taal van doctor Esperanto" gewoonlijk de korte naam "Esperanto" gebruikt. Op deze dag vieren we dus in de hele wereld de 125ste verjaardag van Esperanto.

Die Katholiken sind beim Gebrauch der Pille zurückhaltend.

De katholieken zijn terughoudend bij het gebruik van de pil.

Jeder Student an unserer Universität kann von dem Computer Gebrauch machen.

Iedere student in onze universiteit kan gebruikmaken van de computer.

Synonyme

Brauch:
gewoonte
Ein­satz:
parool
wachtwoord

Niederländische Beispielsätze

  • Ik gebruik dat soort woorden niet.

  • Jouw haar schijnt zo mooi. Wat voor shampoo gebruik je?

  • Oliver maakt gebruik van "Clearasil".

  • Ik gebruik dat.

  • Ik gebruik geen drugs.

  • Hoe heeft Tom daar gebruik van gemaakt?

  • In Duitsland moet men voor alles betalen, op veel plekken zelfs voor het gebruik van openbare toiletten.

  • Mijn huis staat vol met dingen die ik nooit gebruik.

  • Het oude horloge is nog steeds in gebruik.

  • Welke browser gebruik je?

  • Ik gebruik Google elke dag.

  • Hoeveel apps gebruik je?

  • Ik gebruik een elektrische tandenborstel.

  • Waarom gebruik je Tatoeba?

  • Ik gebruik de vork.

  • Als je een pasfoto nodig hebt, ga je dan naar een fotograaf of gebruik je een automaat?

  • De vorig jaar aangelegde tramlijn wordt vandaag in gebruik genomen.

  • Mijn kind, jij bent al lang uit de moederlijke wieg gestapt. Je hebt vleugels gekregen, gebruik ze om te vliegen.

  • Dat is een oud Amerikaans gebruik.

  • Waarvoor gebruik je het?

Untergeordnete Begriffe

Sprach­ge­brauch:
spraakgebruik
taalgebruik

Gebrauch übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Gebrauch. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Gebrauch. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 341654, 443692, 591863, 783323, 1475914, 1726331, 4677250, 5907083, 10637778, 11351422, 9190340, 8530885, 8493937, 8448206, 8434267, 8421923, 8368499, 7814683, 7811701, 7546840, 7533178, 7481491, 7462322, 6982755, 6964843, 6766424, 6168647 & 5362083. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR