Was heißt »Besucher« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Besucher« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich weiß nicht genau, wie viele Besucher da waren. Ich glaube, über dreihundert.: Ik weet niet precies hoeveel bezoekers er waren. Ik geloof driehonderdnogwat.
Besucher sind willkommen.: Bezoekers zijn welkom.
Während der Restaurierung haben Besucher beschränkt Zugang zum Museum.: Tijdens de restauratie hebben de bezoekers beperkt toegang tot het museum.
Fische und Besucher stinken nach drei Tagen.: Gasten en vis blijven maar drie dagen fris.
Am Eingang eines japanischen Hauses werden Besucher meistens gebeten, ihre Schuhe auszuziehen.: Bij de ingang van een Japans huis worden bezoekers meestal verzocht hun schoenen uit te trekken.
Dieser Teil des Museums ist zur Zeit für Besucher gesperrt.: Dit deel van het museum is tijdelijk niet toegankelijk voor bezoekers.