Was heißt »Ast« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Ast« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- tak (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Er schnitt einen Ast vom Baum ab.
Hij knipte een tak van de boom.
Wir hielten uns am Ast fest.
We hielden ons vast aan de tak.
Der Ast trägt viele Blätter.
De tak is vol met bladeren.
Synonyme
- Höcker:
- knobbel
Antonyme
- Zweig:
- twijg
Niederländische Beispielsätze
Egyptisch vormt een eigen tak van de Afro-Aziatisch taalfamilie, waartoe onder andere ook het Arabisch, Hebreeuws en de Berbertalen behoren.
Tom bleef geduldig luisteren terwijl de oude man van de hak op de tak sprong.
De eekhoorntjes sprongen tak op tak af.
Algebra is een tak van de wiskunde.
Hij sneed een tak van de boom met zijn mes.