Was heißt »zweifeln« auf Niederländisch?
Das Verb »zweifeln« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- twijfelen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
An sich selbst zu zweifeln, ist das erste Zeichen von Intelligenz.
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.
Ich begann an der Richtigkeit seiner Aussage zu zweifeln.
Ik begon te twijfelen aan de waarheid van zijn getuigenis.
Er zweifelte kurz.
Hij twijfelde even.
An der Gültigkeit dieser Theorie hat er nie gezweifelt.
Hij twijfelde nooit aan de geldigheid van deze theorie.
Aan de geldigheid van deze theorie heeft hij nooit getwijfeld.
Wer auch immer es gesagt hat, ich zweifle daran.
Wie het ook gezegd heeft, ik twijfel eraan.
Du zweifelst.
Je twijfelt.
Synonyme
- anzweifeln:
- betwijfelen
- misstrauen:
- wantrouwen
- verdächtigen:
- verdenken
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
Je moet overal aan twijfelen.
Je moet over alles twijfelen.
Untergeordnete Begriffe
- anzweifeln:
- betwijfelen