Was heißt »sich« auf Niederländisch?

Das Reflexivpronomen »sich« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • zich

Niederländische Beispielsätze

  • Het loont zich niet dat oude gebouw te renoveren. Het is beter het af te breken.

  • Ze bevond zich op de plaats delict.

  • De feiten spreken voor zich.

  • De zon kwam tevoorschijn toen het wolkendek zich opende.

  • Toen het wolkendek zich opende kwam de zon tevoorschijn.

  • Dat spreekt voor zich.

  • Tom is zich aan het omkleden.

  • De wolkenkrabber bevindt zich in het midden van de stad.

  • Ze stelde zich aan de aanwezigen voor.

  • Onze school bevindt zich in het zuiden van de stad.

  • Hij voelt zich niet langer alleen.

  • Hij interesseert zich absoluut niet voor wat er gebeurt in de wereld.

  • Tom belde Maria op om zich te verontschuldigen, maar zij legde de hoorn neer.

  • Hij haast zich om de trein van 8 uur te halen.

  • Tom wilde zich niet laten kussen door Mary.

  • Hij schreeuwde zich schor.

  • Aan tafel gedraagt hij zich walgelijk.

  • Tom versliep zich.

  • Boven op de bergkam bevindt zich een oude burcht.

  • Ze voelde zich slecht.

Sich übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: sich. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 4987402, 4967331, 4965886, 5027501, 5027510, 5045975, 4919787, 4916175, 4910504, 4861734, 5191438, 5214265, 4771024, 4743712, 5252730, 4732609, 4725959, 4707787, 4700202 & 4688134. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR