Was heißt »nächst« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »nächst« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • volgende
  • naast

Antonyme

Niederländische Beispielsätze

  • Er staat een kerk naast mijn huis.

  • We zien elkaar volgende week.

  • Er hangt een tweede spiegel naast de deur.

  • Ik reis volgende week naar New York.

  • Wij zouden in staat moeten zijn om het volgende keer veel beter te doen.

  • De volgende, alstublieft.

  • ?Wanneer komt u?” – „We komen de volgende maand.”

  • De volgende keer moet je daar heen gaan.

  • Doe de volgende keer meer je best.

  • Ik woon kilometers van het volgende station.

  • Ik wil bij de volgende halte uitstappen.

  • Tom zat naast Mary.

  • Ik hoop volgende keer beter te zingen.

  • Stap uit bij de volgende halte.

  • Ik wil je vragen of je zin hebt om met mij op vakantie te gaan volgende maand.

  • Mijn hond Wolfgang slaapt altijd naast me op de bank als ik op de computer bezig ben.

  • Tom wilde niet naast me zitten.

  • In de volgende lente wil ik naar Hawaï.

  • Stopt de trein bij het volgende station?

  • Ik zat naast John.

Nächst übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: nächst. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 8253456, 8244300, 8238587, 8230509, 8222626, 8311785, 8319312, 8344885, 8137287, 8393020, 8085315, 8521524, 8537797, 7975664, 7971804, 8555909, 7787406, 7759385, 7703716 & 7701037. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR