Was heißt »kor­pu­lent« auf Niederländisch?

Synonyme

breit:

breed

kräf­tig:

krachtvol

statt­lich:

kloek

üp­pig:

copieus

overvloedig

wohl­ge­nährt:

doorvoed

weldoorvoed

welgedaan

welgevoed

Antonyme

dünn:

dun

schlank:

slank

schmal:

smal

Niederländische Beispielsätze

• Toms vraag heeft me aan het denken gezet.

• Hij werd uit het team gezet.

• Ze hebben hem op straat gezet.

• Er moet nog een laagje verf op de deur worden gezet.

• Tom heeft veel geld opzij gezet.

• De bioscoop was gevuld met mensen.

• Je hebt me in vuur en vlam gezet.

• Je bent aan de deur gezet.

• Ik heb een snelkoppeling op het bureaublad gezet.

• Heb jij "suiker" op het boodschappenlijstje gezet?

• Ik heb vandaag nog geen voet buiten de deur gezet.

• Melanie heeft de vaas op de tafel gezet.

• Frans is de enige taal waar een spatie wordt gezet voor de tekens die uit twee elementen bestaan: de puntkomma (;), de dubbelepunt (:), de aanhalingstekens ("), het vraagteken (?) en het uitroepteken (!).

• De fles was gevuld met iets dat eruitzag als zand.

• Ik heb een nieuwe klink op de deur gezet.

• Deze doos is gevuld met appels.

• De misdadiger werd uit het land gezet.