Was heißt »klauen« auf Niederländisch?

Das Verb »klauen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Er hat meine Uhr geklaut.: Hij heeft mijn horloge gestolen.
Mir wurde das Geld geklaut.: Mijn geld werd gestolen.
Ich bin sauer, weil einer mein Rad geklaut hat.: Ik ben kwaad omdat iemand mijn fiets gestolen heeft.; Ik ben boos omdat iemand mijn fiets heeft gestolen.
Hör auf, meine Sätze zu klauen!: Stop met het stelen van mijn zinnen.
Wie verhindere ich, dass mir mein Rad geklaut wird?: Hoe kan ik voorkomen dat mijn fiets wordt gejat?

Tom had Maria's geld niet mogen stelen.
Hoe kom je erbij uitgerekend van je grootvader geld te stelen?
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Kun je me leren stelen?
Ze is op heterdaad betrapt op het stelen van een ketting.
Tom breekt graag in bij tieners om hun gewelddadige computerspellen te stelen en te vernietigen.
Tom sluipt bijna elke nacht naar de supermarkt om er voedsel dat over datum is uit de vuilnisbakken te stelen.