Was heißt »ent­beh­ren« auf Niederländisch?

Das Verb »ent­beh­ren« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • missen
  • ontberen
  • ontbreken

Synonyme

dar­ben:
gebrek lijden
nood lijden
feh­len:
mankeren
schorten
ver­zich­ten:
afstand
afzien

Antonyme

be­sit­zen:
bezitten
ha­ben:
hebben
schwel­gen:
zwelgen

Niederländische Beispielsätze

  • Ik haastte mij om de trein niet te missen.

  • Ik zal ze zeker missen.

  • Tom wil zijn vlucht niet missen.

  • Ik ga Boston heel erg missen.

  • Ik ga je missen, Tom.

  • Ik zal jou ook missen.

  • Gissen is missen.

  • Ik begin mijn vriendin te missen.

  • We zullen je heel erg missen.

  • Hij haastte zich om de trein niet te missen.

  • We hadden schrik dat we de trein zouden missen.

  • Er ontbreken nog drie personen.

  • Je vrienden zullen je missen.

  • Als je weggaat, zal ik je heel erg missen.

  • Er ontbreken twee bladzijdes uit dit boek.

  • We missen je allemaal heel erg.

  • We missen je heel erg.

  • Ik zal je missen.

  • Ik zal je erg missen.

  • Je gaat de trein missen als je niet opschiet.

Übergeordnete Begriffe

feh­len:
mankeren
schorten
ver­zich­ten:
afstand
afzien

Untergeordnete Begriffe

dar­ben:
gebrek lijden
nood lijden
ha­pern:
schorten
kom­men:
komen
ver­lie­ren:
verliezen

Entbehren übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: entbehren. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: entbehren. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 3669601, 4446996, 2476941, 4868469, 5810763, 6036562, 6041611, 996931, 880025, 684509, 623065, 439452, 419351, 418842, 379670, 379016, 378330, 7904319, 8104048 & 8419220. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR