Was heißt »doof« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Mann bist du doof! Ich muss dir echt alles erklären!

Man, wat ben je dom! Ik moet je alles uitleggen!

God, wat een idioot ben je toch! Ik moet je alles uitleggen.

Er ist nicht doof.

Hij is niet dom.

Alles ist doof.

Alles is stom.

Wer das liest, ist doof.

Wie dit leest is gek.

Synonyme

Ba­na­ne:

banaan

be­scheu­ert:

gestoord

niet goed wijs

blöd:

stompzinnig

däm­lich:

suf

dumm:

dom

lahm:

lam

schei­ße:

schijt

Niederländische Beispielsätze

• Dit is stom.

• Tom vindt dat stom.

• Doe niet zo stom.

• Dat is stom.

• Dat is echt stom.

• Jij bent stom.

• Ze was blind, doof, en stom.

• Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.

• Alles wat te stom is om te zeggen, wordt gezongen.

• Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.