Was heißt »bei­tra­gen« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Jeder kann sein Scherflein dazu beitragen, die Umwelt zu schützen.

Iedereen kan zijn steentje bijdragen aan de bescherming van het milieu.

Der Bau einer Autobahn wird zum Wachstum der Vororte beitragen.

De aanleg van een autoweg zal bijdragen aan de groei van de voorsteden.

Ich habe dazu beigetragen.

Ik heb ertoe bijgedragen.

Synonyme

bei­steu­ern:

bijdragen

contributie betalen

be­tei­li­gen:

deelnemen

meedoen

ge­ben:

geven

verstrekken

mit­ar­bei­ten:

collaboreren

un­ter­stüt­zen:

steunen

Niederländische Beispielsätze

• Ik schrijf zeer dikwijls bijdragen voor Wikipedia.

• Om nieuwe werkgelegenheid te scheppen kan de moderne technologie heel veel bijdragen.

Übergeordnete Begriffe

ge­ben:

geven

verstrekken

hel­fen:

helpen