Was heißt »be­tei­li­gen« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich habe mich nicht an dem Gespräch beteiligt.

Ik nam geen deel aan het gesprek.

Ich war an einem Verkehrsunfall beteiligt.

Ik was in een verkeersongeval verwikkeld.

Tom wird verdächtigt, an dem Banküberfall beteiligt gewesen zu sein.

Tom wordt ervan verdacht bij de bankoverval betrokken te zijn.

Hat er sich gestern an der Diskussion beteiligt?

Heeft hij gisteren aan de discussie deelgenomen?

Alle Indiskretionen, an denen ich beteiligt war, waren nützlich.

Alle indiscreties waarin ik betrokken was, waren nuttig.

Hast du Interesse, dich an dieser Diskussion zu beteiligen, Tom?

Heb je interesse om aan deze discussie deel te nemen, Tom?

Synonyme

bei­tra­gen:

bijdragen

ein­kau­fen:

aankopen

aanschaffen

boodschappen doen

kopen

winkelen

ein­stim­men:

afstemmen

stemmen

mit­ar­bei­ten:

collaboreren

Niederländische Beispielsätze

• Het belangrijkste bij de Olympische Spelen is niet winnen maar meedoen.

• Iedereen mag deelnemen.

• "Mag ik meedoen?" "Ja hoor."

• Kom maar meedoen.

• Ik zal deelnemen.

• Ik wil aan de ceremonie niet deelnemen.

• Niet winnen is belangrijk, maar deelnemen.