Was heißt »ba­den« auf Niederländisch?

Das Verb »ba­den« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • baden

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich bade jeden Tag.

Ik neem elke dag een bad.

Ich bade einmal pro Tag.

Ik neem één keer per dag een bad.

Papa badet.

Papa zit in bad.

Papa is aan het baden.

Ich badete gerade, als das Telefon klingelte.

Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.

Er badete und zog sich an.

Hij baadde en kleedde zich aan.

Auf Hawaii kann man das ganze Jahr im Meer baden.

Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.

Tom badet gerade.

Tom zit nu in bad.

Die meisten Japaner baden sich täglich.

De meeste Japanners nemen elke dag een bad.

Geh baden!

Ga in bad!

Tom badet sich jeden Tag vor dem Abendessen.

Tom neemt elke dag een bad vlak voor het eten.

Die kleinen Enten baden.

De kleine eenden baden.

Synonyme

schwim­men:
drijven
vervagen
vervloeien
zwemmen

Niederländische Beispielsätze

  • We baden.

  • Ik ben aan het baden.

Baden übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: baden. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: baden. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 343464, 351781, 402022, 425612, 699931, 724260, 1938451, 2597486, 5717047, 8822839, 9462750, 7914217 & 8450175. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR