Was heißt »Wel­pe« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Wel­pe« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • jong
  • welp
  • pup

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Der Welpe will schlafen.

De puppy wil slapen.

Antonyme

Fuchs:
schacht
vos
Hund:
hond
Wolf:
vleesmolen
wolf

Niederländische Beispielsätze

  • Ze was mooi toen ze jong was.

  • Hij is jong, maar wel heel intelligent.

  • Haar zus ziet er jong uit.

  • Tom is te jong om auto te rijden.

  • Hij speelde vaak honkbal toen hij jong was.

  • Ze lijkt jong maar eigenlijk is ze ouder dan jij.

  • Je bent te jong om alleen te reizen.

  • Jullie zijn te jong om alleen te reizen.

  • Het is gemakkelijker een nieuwe taal te leren als men jong is.

  • We zijn maar eenmaal jong.

  • De nacht is nog jong.

  • Je moeder is heel jong, niet?

  • Gij zijt jong. Ik daarentegen ben heel oud.

  • Welke voor- en nadelen heeft het jong zijn?

  • Onze lerares ziet er heel jong uit.

  • Onze leraar ziet er heel jong uit.

  • Zijn moeder stierf toen hij jong was, en zijn grootmoeder heeft hem opgevoed.

  • Ze is te jong om naar school te gaan.

  • U bent nog jong.

  • Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.

Übergeordnete Begriffe

Jung­tier:
jong dier

Welpe übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Welpe. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 8081110, 1402113, 1478121, 1479925, 1496913, 1496923, 1088504, 1549270, 1549273, 1014830, 1012436, 997005, 1622436, 926325, 850741, 847994, 847993, 846743, 846556, 814056 & 813807. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR